FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272  
273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   >>  
eun-zuchtte hij van inspanning, terwijl zijn armpjes, beide opgeheven, beide te-rugvielen naast het rompje. Hij wilde de bal wel tegen de wolken gooyen, maar de bal ging niet hooger dan twee meter. --Ik voel toch, dat ik veel beter ga, zei Mathilde. --Zoo, mefrouw? Ja, och, as 't maar weer eerst heelemaal zomer is. Boven den tuin bewoog de hemel voort. De kleine wolkenbrokken waren tot effener, grooter, zwaarwittingen samengeplompt, die hun damp-krul-omrande rompen wentelden onder de wijd-blauwe verheid. Zij waren nu weiniger, breeder, en bakten zich aan elkaar en reten van een, en vielen verder en draaiden rond, zich verdikkend en weer opensplijtend, zonder vaart, in witte kalming langs de breed-ziende velden van het diepe blauw, schulpten zich uit, om de blauwlieden te vergrooten en kudden weer samen om de blauwing te dooden, en zwierven verder hun randen verdwazend in pluisjes. De zon glansgoudde door hun buiken en woei naar beneden, roosterde het dak van het huis en schitterschimde door den somberen tuin, sprankelend over de bloemen, glijend over den rug van Marie, schrijnend naar Mathildes oogen, die groot open stonden, die wachtten in zwartbrandende begeerten. Er kwam een korte windbui; de zon bleekte wech; de wind scheen somberheid uit over de paden en het gras, suizel-wapperde door het dennenboschje links, ril-dartele door de hooge iepen rechts, omkoelde de kuiten der vrouwen, schokschouderde door Mathilde en behuiverde haar hersens met binnenshuis-verlangens. Maar de zon zoog weer neer door den wind, lichtte vaaltjes over den grond en smeet de breede lichte schaduw van Maries zware bouwsel in de hut, over Mathildes schoot en handen. Marie stond in haar eene muiltje, de hiel van haar andere voet stond omhoog, opgekarteld uit bedeesdheid door haar spreken met mevrouw. Zij voelde de hiel warmen. --Nu wordt 't toch mooi weer, zei ze, en zij draaide haar hoofd schuin op, tegen de sterke lucht in, die er prikkelend in afsloeg. Mathilde voelde zich verblijden in den zonnewind, die haar omleefde. Zij had een boek voor zich op tafel liggen, mejonkvrouw de Mauleon, roman van Bosboom-Toussaint. Terwijl zij las, verglansde de zon de bovenste helft der bladzijde, de wind snerpte stil een blaadje op. De wind soesde om haar neus, over haar wangen, in zachte koeling, streek frischheid over haar oogledenranden, die naar de zon mondden, bebeefde haar heete hoofd met kil-prikkelingen, onder de haren door. De zachte w
PREV.   NEXT  
|<   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272  
273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   >>  



Top keywords:

Mathilde

 

voelde

 
zachte
 

verder

 
Mathildes
 

lichte

 
schaduw
 

breede

 
handen
 

lichtte


Maries

 
schoot
 

bouwsel

 
vaaltjes
 
schokschouderde
 

suizel

 

wapperde

 

dennenboschje

 

somberheid

 

scheen


windbui
 

bleekte

 
dartele
 
binnenshuis
 

hersens

 
verlangens
 

behuiverde

 

vrouwen

 

rechts

 
omkoelde

kuiten
 

warmen

 
bovenste
 

bladzijde

 

snerpte

 
blaadje
 

verglansde

 

Mauleon

 

Bosboom

 

Toussaint


Terwijl

 

soesde

 

prikkelingen

 

bebeefde

 

mondden

 
koeling
 

wangen

 

streek

 

frischheid

 
oogledenranden