FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255  
256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   >>   >|  
onbegrijpelijke hartstocht. Als zij 's middags door den tuin wandelde, liet ze hem naast haar loopen aan haar hand, en ze liet hem niet los, maar klemde zijn handjes in de hare; haar oogen straalden met wijde ongebroken blikken over zijn hoofd en zijn lichaampje heen. Zij drukte zijn handje vaster, opdat hij naar haar op zou zien. Haar oogen goten heete stralen over hem uit. Wanneer ze in de hut zat stoeide ze met hem, liet hem op haar schoot zitten, lei hem rechtuit over haar knieen, gleed met haar oogen van zijn voetjes tot zijn hoofd, hechtte haar blikken aan zijn leden, drukte haar blikken over zijn gezichtje, verdronk hem in haar oogenspiegeling, zelve dronken van hem te zien. Zij betastte zijn lichaampje met teere neerzijgingen harer vingers om zijn armen, om zijn beentjes heen. Zij streelde zijn hoofdje met bevende liefde-handen. Zij lei, hem zacht omvattend, haar handen over zijn schoudertjes en drukte hem tegen haar aan, zijn hoofdje onder haar hoofd. Zij wilde, dat hij spreken zou, omdat zij Jozefs stem wilde hooren. Zij vroeg hem, of hij van haar hield, of hij van zijn vader hield, of hij zijn vader wel kende, of hij zoo groot zou worden als zijn vader. Als het kind niet andwoordde, bracht zij haar oor aan zijn mond, opdat hij daarin ademen zou en zij uit zijn adem klanken op zou vangen. Zij bracht haar mond aan zijn mond om zijn adem in te ademen; zij hield haar oogen voor zijn mond, opdat hij ze bewasemen zou. En als Felix tegenspartelde en bang was en wech wilde, dan schudde zij hem, tikte hem op zijn handjes, zag hem boos aan. Als het kind dan huilde en zijn roode armpjes voor zijn oogen bracht, zette ze hem op den grond, boog zich naast hem neer, hem in de ronding van haar arm nemend, en, haar hoofd naast het zijne, tegen het zijne aan, huilde zij mee. Zij huilden met hun tweeen in den stillen zomer. Hun tranen drupten op de kiezelsteenen van de hut. 's Avonds, voor Felix naar bed ging, moest hij bij Mathildes stoel staan. Dan zoende ze hem zachtjes zonder ophouden op zijn voorhoofd, op zijn haar, op zijn handjes. Als het oogenblik van goeye-nachtzeggen was gekomen, hief ze hem hoog op, tot vlak boven haar hoofd, bracht daarna zijn gezichtje vlak voor het hare, staarde in zijn oogen tot die dichtvielen en deed vreemde vragen: "Waarom ben je vader niet? Ben-jij Felix, ben-jij niet Jozef?" Als hij weer op de vloer stond, kuste zij hem op zijn wangen goede nacht, langen tijd, haar mond aan zijn gezicht, He
PREV.   NEXT  
|<   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255  
256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   >>   >|  



Top keywords:

bracht

 

drukte

 
blikken
 

handjes

 
hoofdje
 

gezichtje

 
lichaampje
 

huilde

 
ademen
 

handen


stillen

 
Avonds
 

tweeen

 
tranen
 
drupten
 

kiezelsteenen

 

huilden

 

nemend

 

ronding

 

armpjes


oogenblik
 

Waarom

 
gezicht
 
vragen
 

vreemde

 
dichtvielen
 

wangen

 

langen

 

staarde

 
daarna

zoende
 

zachtjes

 
Mathildes
 

zonder

 

ophouden

 
schudde
 

gekomen

 

voorhoofd

 

nachtzeggen

 

stoeide


schoot

 

zitten

 

Wanneer

 

stralen

 

rechtuit

 
knieen
 

verdronk

 

oogenspiegeling

 

hechtte

 
voetjes