FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254  
255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   >>   >|  
ief Mathilde haar hoofd naar den nacht. En de nachtwind drukte zich tegen haar borst, gleed langs haar hals en haar wangen, kuste haar mond. De sterrenhemel, zacht en goud, daalde neer, bescheen haar witte gezicht met stille glansen. Maar plotseling vielen sterren in haar oogen langs schichtige stralen. En heur haren woeyen op, als zwarte vlammen om haar hoofd. En de hoop, de laatste hoop leefde in Mathilde, schoot in haar wezen als een hooge plant, die, zich wortelend in haar hart, het bewegen en kloppen deed onder haar kleed, die zijn takken in de vreemde kronkelingen van droomerijen en gedachten over een gelukkige toekomst door haar hersenen slingerde, die eerst glansend bloesemde in de blikken vol licht, die haar oogen door het huis wierpen, die daarna teedere bloemen voortbracht in het schuchtere rood, dat een enkele maal door haar wangen kwam. Zij begreep niet, wat haar zoo gauw had doen veranderen. Zij ging door het huis, met een lichten, vluggen tred van iemant, die onbezorgd is. Zij deed haar huishoudentje met een opmerkzaam, nauwkeurig gezicht en met armgebaren vol blijde haast, als een pasgetrouwde vrouw verheugd over het haar toevertrouwd beheer. Als zij alleen was lachte haar bleeke mond plotseling. Zij keerde dan haar gezicht bijna geheel naar het plafond. De lachjes kruiden op uit haar keel, lachjes, waarin de ha-klank rolde door haar mond, eerst in diepe toonen, later in hoogere toonen over haar lippen dansend, opkrinkelend tegen het plafond, waarop Mathilde heerlijke toekomst-beelden scheen afgeschilderd te zien. En daarna lachte zij weer in zich zelve met gesloten mond, met denkende oogen over de vloer, terwijl de lach met rukken uit haar schuddende borst opsteeg, met een gekreun door haar keel, als een wind uit haar neusgaten wech woei. Zij kon zich nog niet van Zich zelf losmaken en op een afstand haar eigen ik en haar toestand beschouwen. Zij was nog geheel in zich zelve. Zij voelde, dat zij, om te bestaan, Jozefs liefde noodig had, en daarom wist zij, dat die te-rug moest komen, dat de toekomst goed zou zijn. Zij bleef in Felix Jozef zien, een tweeden Jozef, een kleinen Jozef heel klein, heel vreemd. Zij merkte, als Felix lachte, trekken om zijn mond als die van Jozef, zij zag sommige rose plekken aan zijn ooren, juist zoo als Jozef er had. Zij omgaf zich van Felix. Zij voelde niets moederlijks voor hem, zij voelde zich bijna als zijn vrouw, met een wondere angstige, koortsige, voor haar zelf
PREV.   NEXT  
|<   230   231   232   233   234   235   236   237   238   239   240   241   242   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254  
255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   >>   >|  



Top keywords:

lachte

 

toekomst

 
gezicht
 

voelde

 
Mathilde
 

wangen

 
toonen
 

daarna

 
plotseling
 

lachjes


geheel

 
plafond
 

denkende

 
rukken
 
wondere
 

terwijl

 

gesloten

 

beelden

 

koortsige

 

kruiden


waarin
 

hoogere

 
lippen
 
scheen
 

afgeschilderd

 
angstige
 

schuddende

 

heerlijke

 

dansend

 
opkrinkelend

waarop
 

vreemd

 
merkte
 

trekken

 

tweeden

 
kleinen
 

plekken

 

daarom

 

sommige

 

losmaken


afstand

 

gekreun

 

neusgaten

 

moederlijks

 

liefde

 
noodig
 

Jozefs

 

bestaan

 

toestand

 
beschouwen