FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285  
286   287   >>  
gen onverschilligheid Het ontstemde haar zich voor niets zoo opgewonden te hebben. Zij zou stellig nooit verstandig worden. Het leven ging immers zoo eenvoudig en gewoon; nu was er weer een dag, net zoo as gistere, zoo meteen kwam haar man. Wat was daar nu eigenlijk aan. Zij leek wel niet wijs. Zij leek wel een aktrice. Toen hoorde zij een rijtuig aankomen en wist-voelde te-gelijk, dat het het rijtuig was. Toen was 't net of haar hersens in de war zouden gaan en er heet bloed voor haar oogen zou komen. Haar heele lichaam begon te beven. Zij hield haar tanden op elkaar; als zij 't vergat tikten zij op elkaar in een stootend geluid van haar hoofd. Haar handen werden koud aan de toppen, vochtig aan den palm. Zij kon niet opstaan en zag van haar stoel door het venster alles nauwkeurig. De hit voor het tentwagentje stond in eens stil, zijn voorpooten als schuine staken naar voren op den grond. De koetsier sprong van den eersten bank onder den kap uit; hij was jong, hij had een rood gezicht en had een pet op. Het lage portiertje ging moeyelijk open, maar met een duw van binnen lukte het. Toen zag zij Jozef; die er langzaam uitstapte, in een lichtgrijs pak, zijn korte jasje met twee rijen knoopen van voren, en zijn broek die wijd over zijn lage schoenen afhing, met zijn linkerbeen op het ijzeren treetje, toen zijn rechter en linker bijna te-gelijk op den grond. Zijn hand kwam boven de binnenhand van den koetsier, terwijl hij zijn kin een beetje introk. Hij had een lagen licht-geelen strooyen hoed op en, toen hij zich weer had omgekeerd en den tuin inkwam, een erg lage boord, een koerant en een paar gele handschoenen in zijn linker hand. Maar hij ging achter de boomen en zij zag hem niet meer. Toen Jozef de kamer binnenkwam, hadden zij beiden in een snelheid van opkomen en vergaan, dezelfde gedachtewaarwording. --Daar ben ik! Hoe maak je 't Thilde? Je hebt in 't geheel niet geschreve. En zijn glimlach naderde van de schuin-open deur, en slonk wech toen hij haar bleek zag beven, en zijn oogen voelden: wat ziet ze er vreeselijk vreemd uit, ze is stellig met een anderen man geweest, in elk geval blijf ik kalm; en zijn glimlach dacht in haar voort, in een slag van uiterste angst, een stuipende siddering van haar verstand, een vreeselijke stilstand van haar hart: dit is hij niet, dat is hij niet, ik ben met een anderen man geweest. Zij voelde haar denken vernield, zij voelde zich wezenloos worden. Haar voeten werden koud en zij
PREV.   NEXT  
|<   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285  
286   287   >>  



Top keywords:

voelde

 

gelijk

 

glimlach

 

werden

 

koetsier

 
elkaar
 

rijtuig

 

linker

 
stellig
 

geweest


anderen
 
worden
 

handschoenen

 

treetje

 
ijzeren
 

boomen

 

binnenhand

 

rechter

 

achter

 
omgekeerd

strooyen

 

binnenkwam

 
inkwam
 

koerant

 

terwijl

 

geelen

 
introk
 

beetje

 
uiterste
 
vreeselijk

vreemd

 

stuipende

 
denken
 

vernield

 

wezenloos

 

voeten

 

siddering

 

verstand

 

vreeselijke

 
stilstand

voelden

 

gedachtewaarwording

 

dezelfde

 

beiden

 

snelheid

 
opkomen
 

vergaan

 

Thilde

 

schuin

 
naderde