FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274  
275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   >>  
heel even, en toen wist zij gedurende de heele menschloze stilte der kleuren voor haar uit, dat Jozefs leven naast haar leefde in den zomer. Zij dacht niet, zij verbeeldde zich. Het zwart, het groen, het glansende geel van voren bewogen als dof glimmend gespannen elastiek voor haar zien, om dat haar vage geluksverbeelding over haar oogen gloeide, ze heerlijk vervalschend in den waanzin van het geloof. Het was boven haar verhemelte, waar de neus in de keel overgaat, het steeg in een onstoffelijken damp door haar hersens naar boven. Zij voelde een drukking en een ijlheid. Marie kwam klaar zetten. Zij liep door Mathildes blik, door al de zomerkleuren, die ruischend achter haar aangloeiden, vlak voor de tafel ze wechplompend met haar dikke lijf tegen hen slaande met de drie-hoekige gebaren harer klaarzettende armen. Maar Mathilde bleef ze zien, boven het ritselend uit-duwen van de servet-vlakte, boven het rinkelend gestoot der uit Maries handen dalende en bewegenloos blijvende schotels, naast Maries rokken, tusschen haar armen en haar bovenlijf, om haar hoofd heen. Marie ging weer wech, haar hoofd en rug in gloei-geel, haar rokken krul-wapperend om de bruine kuiten, een korte, als vertikaal in den grond het onderste boven tegen haar voeten aanloopende schaduw onder haar hielden. Felix verzette de schaaltjes, trok aan een lapje rookvleesch. --Niet ankomme; niet an de schaaltjes komme! zei Mathilde, je moest nu nog eerst even naar Marie gaan en vragen of ze je handen wil wasschen, voor we gaan koffie drinken. Felix bewoog wech onder de stille zonneschittering; met een geslinger en gedriehoek zijner jong-jubelende armen en beenen, een floddering van zijn gestreepte kiel. Mathilde was alleen. De wind verminderde; de wachtende kleurenpracht verroerloosde. Met de witte zuiverheids-tinteling harer kalmte over het gelaat, behandelde zij de bordjes, een mes, het brood, de boter, die haar vreemd-gewoon de vingers raakten. Wat was er dan toch; zij wist het niet. In eens zag zij in de hoogte van haar over de tafel geslagen blik, twee naderende heeren-broekspijpen. Een schrikvlaag berimpelde haar voorhoofd, haar handen bleven bewusteloos staan op de tafel. Zij hief het hoofd, zij zag, met een rilling door het achterhoofd, in de pijnlijke gaping der verbaasde oogen, den ingenieur Ster, dik, blond, zweterig, in een verslonsd grijs pak, die naderde. Zij had even gemeend, dat het Jozef kon zijn. Hij groette haar met zijn hoed en
PREV.   NEXT  
|<   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267   268   269   270   271   272   273   274  
275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   >>  



Top keywords:

handen

 

Mathilde

 

rokken

 

Maries

 

schaaltjes

 
alleen
 

ankomme

 

zuiverheids

 
verroerloosde
 

gestreepte


wachtende
 
kleurenpracht
 

verminderde

 

wasschen

 
zonneschittering
 

geslinger

 

stille

 

drinken

 

bewoog

 
tinteling

gedriehoek

 

beenen

 
floddering
 

koffie

 

jubelende

 

zijner

 
vragen
 

verbaasde

 
gaping
 
ingenieur

pijnlijke

 

achterhoofd

 
bewusteloos
 

rilling

 

zweterig

 

groette

 

gemeend

 

verslonsd

 

naderde

 
bleven

voorhoofd

 

vingers

 

gewoon

 

raakten

 

vreemd

 
behandelde
 

gelaat

 

bordjes

 

rookvleesch

 
broekspijpen