stoelen met hooge
ruggen, de nette inktkokers, pennehouders, vloeiboeken en alle mogelijke
andere leerbenoodigdheden meer en--zeker het meest haast nog wel over de
heerlijke weelde van licht en zon, die door de breede ramen naar binnen
stroomde en over de met bloemen gevulde nissen, die zoo'n vroolijk
aanzien aan de kamer gaven!
"Hier zit _ik_ altijd," zei Bunny, haar plaats aan de tafel innemend.
"En vandaag moeten wij Duitsch leeren, heeft moeder gezegd. Wij kennen
er nog niets van, maar wij zijn heel vlug."
"Zoo!" Hedwig glimlachte. "Dat geloof ik nog maar zoo dadelijk niet."
"'t Is toch zoo," verklaarde Bunny beslist, maar nu liet Boy's diepe
stem zich uit de andere kamer hooren:
"Maddy moet ook even bij mij komen kijken!"
"_Maddy_? O, dat beteekent _Mam'selle_, dat heeft Boy weer heelemaal
zelf bedacht," zei de kleine Nesta met bewondering in haar stem. "Zoo is
hij altijd. Hij bedenkt altijd naampjes voor iedereen."
"Dus hier zal ik Maddy heeten," dacht Hedwig lachend. Zij vond het
aardig aan haar moeder en Claerchen te kunnen schrijven dat men _hier_
ook al weer een aparten naam voor haar had gevonden!
"Kom nu Maddy, gauw!" riep Boy weer.
"Voor dezen eenen ochtend dan," zei Hedwig naar hem toegaande. "Maar
morgen en overmorgen en al de andere dagen nooit weer. De zusjes en ik
moeten aan het werk en Boy moet gaan spelen."
"Ja, dat heb ik ook al gezegd," zei Bridget.
"Maar Boy wil van ochtend bij Maddy blijven," verklaarde Boy, de
wenkbrauwen fronsend. "Dat moet!"
"Neen, dat kan niet," zei Hedwig beslist. "Boy blijft van ochtend hier
in deze kamer."
"En van middag?"
"Van middag gaan wij allen samen wandelen."
"Boy wil nu wandelen."
"Neen, dat gebeurt van middag."
"Och neen, dat moet nu, nu," drong Boy aan en hij ging vlak voor haar
staan en deed zijn best heel streng te kijken.
"Neen, volstrekt niet," zei Hedwig, Bridget een wenk gevend, terwijl ze
naar de leerkamer terug ging. Zij draaide den sleutel om, om zeker te
zijn niet gestoord te worden.
May en Bunny zaten reeds met Duitsche leesboekjes voor zich; de
achtjarige Nesta was in een hoekje bij een der ramen gaan zitten, omdat
zij toch afzonderlijk werken moest, zooals zij zeide. Voorloopig stelde
zij zich tevreden met een fraai geillustreerd sprookjesboek!
Hedwig beduidde haar dat zij een oogenblikje bij de oudere zusjes moest
komen zitten; zij had tot alle drie iets te zeggen, voordat het werk
begon. En juist sprak zi
|