makte dien toen snel weer dicht en liet
met een tikkend geluid zijn tanden op elkaar klappen, wat bij hem "als
't je blieft" beteekende.
"Daar!" zei Boy, hem de begeerde lekkernij gevend.
"Nu moet hij ook dadelijk weg!" hernam Mrs. Balvourneen en de geduldige
Bruce verdween, zooals zijn plicht was.
Eerst nu kwam Mr. Balvourneen binnen, gevolgd door de schare dienstboden
en knechten, die iederen ochtend bij de korte godsdienstoefening
tegenwoordig waren.
Mr. Balvourneen deed een gebed en las enkele verzen van den negentienden
psalm voor. Er was iets kouds en plichtmatigs in de wijze, waarop hij
zijn werk deed, toch vonden de woorden, die hij las, warmen weerklank
in Hedwig's hart. En, terwijl zij door de wijd openstaande verandadeuren
een blik kon werpen op de blauwe lucht en op de steeds wisselende tinten
van purper en teerrood en zachtgrijs op de bergen en rotsen en zich
koesterde in de zon, die grillige figuren tooverde op het goudlederen
behangsel der kamer, luisterde zij met stille vreugde naar wat haar
juist hier zoo toepasselijk scheen:
"_De hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel verkondigt Zijner
handen werk._"
Na het lezen, toen het dienstpersoneel verdwenen was, verzocht Mrs.
Balvourneen weer dringend om stilte en de kinderen fluisterden en
giegelden onder elkaar, maar van een geregeld gesprek was geen sprake.
Mr. en Mrs. Balvourneen bemoeiden zich nauwelijks met Hedwig, schoven
haar alleen de verschillende schotels toe en hoopten een paar
malen--nogal uit de hoogte--dat zij "zou doen alsof ze thuis was."
Hedwig vond het dan ook niet jammer toen het tijd was om met de meisjes
naar de leerkamer te gaan en Bridget, de _nurse_, kwam om Boy mee naar
de kinderkamer te nemen. Boy stribbelde tegen, steeds met krachtige stem
bewerend dat hij "niet wilde", tot zijn vader hem vierkant opnam en de
kamer uitzette, een tooneel, waaraan allen gewend schenen te wezen, want
niemand toonde er ook maar de geringste verbazing over. Boy zelf zong
spoedig in de gang zijn hoogste lied en liep met klinkende stappen de
trap op naar de kinderkamer, die zich naast de leerkamer bevond.
Weer kon Hedwig niet laten vergelijkingen te maken met Hill House, toen
zij de leerkamer voor zich zag. Als Miss May en Taffy en Mary Wren nu
toch eens naast haar hadden kunnen staan! Wat zouden zij de handen in
elkaar hebben geslagen over den rijkdom van boeken op de planken langs
de muren, over de groote eikenhouten tafel, de flinke
|