kind, anders vat-je kou.
Mathilde deed 't. Eerst draaide zij de onderste helft toe, daarna de
bovenste, sloot die af met een dikken sleutel en hing den sleutel aan
een haak, midden aan de bovenste helft der deur, waar Jans, de meid, hem
vinden zou.
Met een sprongetje was Mathilde weer bij haar vader, die, meer achter in
den gang, wachtte; zij stak haar arm door den zijnen en de twee wandelden
terug naar het zaaltje. Zij hadden met hun tweeen de menschen, die dien
avond bij hen geweest waren, uitgelaten. Terwijl de heer de Stuwen
opmerkingen maakte over kleine voorvalletjes van den avond, stapte zijn
dochter op hakken naast hem, en keek zij, het hoofd gebogen, naar de
punten harer schoenen. Zij zei niet veel.
--Toen 't zoo geanimeerd werd, dacht ik niet, dat ze zoo vroeg heen
zouden gaan.
--Nee, antwoordde Mathilde, dat was wel vreemd. In-eens herinnerde de
vader zich iets, iets dat hem getroffen had. Hij glimlachte, de oogen
neer, schalksch:
--Heb-je wel gemerkt, hoe verlegen of mevrouw van Borselen werd en dat
z'n 'n eindje met haar stoel van Louis Berlage vandaan schoof, toen ie
die anekdote vertelde van die jonge weduwe, die zoo graag weer trouwen
wou?
--Nee, daar heb ik niet op gelet ...
--Van Wilden was weer op zijn beau dire van-avond.
--Ja.
Mathilde moest nu den arm loslaten, want de ingang van het zaaltje was
niet breed genoeg voor beiden te gelijk. Zij liet haar vader binnengaan,
met gedachteloze blikken over zijn rug.
Het zaaltje, in de war, bepoeteld, kleverig, vol klamme glansen in het
dik-gele lamplicht, luwde een volle warmte over hun gezichten,
doorsiepeld van glacehandschoenen-en punchgeurtjes. Door het eene
groote venster, dat op de binnenplaats uitkwam, frischte, als uit een
mond van den nacht, de buitenlucht er tegen in. De stoelen stonden,
links en rechts, in een onvriendelijke wanorde. Voete-kussens lagen over
den vloer, wild weggeschoven.
Mathilde ging naar de piano, krabde een droppel vet, die, van de kaarsen
gedropen, op een zwarten toets was gestolten, aan poeyer, spreidde de
groenwollen lap over de toetsen, sloot de klep dicht en borg de bladen
muziek in het kastje daarnaast.
--Ja, zei haar vader, die, langzaam met zijn laag kaal hoofdje, aan de
tafel was gaan zitten om nog een half uurtje de krant te lezen en haar
bezig zag, je heb wezenlijk uitstekend gespeeld, die sonate, oneindig
beter als laatst.
--Och, zei ze, en blies meteen de kaarsen uit.
Met een soort
|