cht...." zei ze met een kleur, "u hebt mij toch niet
geroepen?"
"Neen Dorothy Dimbleby, wij hebben je niet geroepen," zei Miss Hearty,
de hand op haar schouder leggend, terwijl Dorothy nog dieper bloosde,
"maar je komt toch alsof je geroepen waart." En Miss Hearty vertelde
haar wat het geval was.
"Maar ik ben grooter dan Fraeulein Eiche, wel een half hoofd!" riep
Dorothy terstond uit. "En als zij mijn nieuw wit japonnetje aan wil
trekken, dan zal ik dat een heele eer vinden! Ik heb het nog maar
eenmaal gedragen op een danspartijtje dezen winter en het is volstrekt
niet kinderachtig gemaakt. Zal ik het gauw even halen? Dan kan Fraeulein
Eiche het dadelijk eens passen."
"_Heel_ graag, maar dan moet je eerst aan Mrs. Dimbleby vragen of die er
in 't geheel niets tegen zou hebben...."
"O, moeder vindt het wel goed, dat weet ik zeker!" riep Dorothy; hare
oogen tintelden van plezier. Zij was al bij de deur om weer weg te
snellen, toen Miss Hearty haar terugriep; Hedwig zat met een vroolijk
gezicht toe te kijken.
"Sta eens vlug op, Fraeulein Hedwig Eiche van Hannover," zei de dokter,
"en meet eens even met Dorothy of zij werkelijk de langste is."
"Ik ben grooter, ik weet het zeker; heusch!" riep Dorothy opgewonden.
Zij bleek inderdaad grooter dan Hedwig te zijn, al was het geen "half
hoofd" en triomfantelijk liep zij nu de kamer uit om haar japon te
halen.
"Alleraardigst om dadelijk met dat aanbod aan te komen," zei Hedwig.
"Ja, 't is een lief schepseltje! Als dat witte japonnetje jou nu maar
past en goed staat; je bent gelukkig niet dik! En ... er kan altijd wat
aan veranderd worden...."
"Daar ben ik al weer," riep Dorothy, hijgend de kamer inkomend met het
lichte kleedje over den arm. "Moeder vindt het uitstekend. Kijk!" En zij
hield de japon aan de mouwen in de hoogte om haar in al haar schoonheid
te laten zien.
"Hoe beeldig mooi!" zei Hedwig, bewonderend naar het neteldoeksch
japonnetje kijkend, dat smaakvol gegarneerd was en er met het geplooide
blouselijfje "volstrekt niet kinderachtig" uitzag, zooals Dorothy
nogmaals met ijver opmerkte.
"Wel jammer dat er niet een klein sleepje aan is," zei Dr. Hearty
peinzend.
"Een sleep? O, ik met een sleep!" riep Dorothy uit, in de handen
klappend. "En ik moet nog veertien worden! Maar moet Fraeulein Eiche nu
niet eens passen? En ... mag ik er dan bij blijven?"
"Natuurlijk," zeiden de beide dames als uit een mond.
In een paar minuten tijds had Hedwig
|