FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   2   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26  
27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   >>   >|  
s, en zochten den koekoek, wiens spottend gezang, door het woud weergalmde. Maar, hoe zij ook zochten en zochten, zij vonden den spottenden zanger niet. Vermoeid en treurig rustten zij een poosje en besloten toen huiswaarts te keeren. De bloote voetjes der kleine Juna waren vurig rood en Atto had zich, vlak onder de knie aan een scherpen doorn bezeerd, doch om zijn zusje niet bang te maken, beet hij zich op de lippen en beweerde geen pijn te gevoelen. Maar, waar toch was het smalle pad, waarlangs zij gekomen waren? Atto zocht het vruchteloos onder de varens en Juna vreesde, dat zij verdwaald vaaren. Klapwiekend vloog de zwarte woudraaf uit een naburig berkenbosje en daarna werd alles stil, doodstil. Langzaam, o! zeer langzaam verstreek de tijd. Atto zocht en zocht, klom op een boom, tuurde in de verte ... hij zag enkel boomen en niets dan boomen. Eensklaps werd de lucht duister, de wind stak op, bliksemschichten flikkerden, de donder rommelde. Broer en zuster klappertandden van angst en koude, maar zij gingen verder, altijd verder. Eindelijk bereikten zij eene grot, waar zij zich vermoeid in nederzetten. En thans vernamen de arme kinderen een vervaarlijk gehuil.... "De wolven! de wolven!" kreet Juna en sloot zich heel dicht bij haren broeder aan. Atto verzamelde groote steenen en aardklompen, waarmede hij den ingang der grot versperde, want de avond viel en hij voorzag, dat zij den nacht in de eenzame schuilplaats zouden moeten doorbrengen. Toen nam hij zijn schreiend zusje op den schoot en het arme meisje, uitgeput van angst en vermoeidheid, viel weldra op zijne knieen in slaap. Atto echter waakte, hij hoorde het gehuil der wolven, en andere wilde dieren, dat akelig door het woud weerklonk.... 's Anderendaags, vroeg in den morgen, ontwaaktte Juna. Atto nam haar bij de hand en beide kinderen hervatten hun gevaarvollen tocht. * * * * * Na een half uur gaans vernamen zij het gemurmel van een beekje dat, tusschen lisch en weegbree, zijne heldere golfjes voortstuwde. "Wij zijn gered!" murmelde Atto, "laten wij langs den boord van het water voortgaan, want het leidt naar de woningen der menschen." Hoopvol nam hij zijn zusje bij de hand en zette zijnen weg voort. De tocht was lastig; soms verdween het beekje onder hooge struiken of de kinderen bezeerden zich aan bramen en doornen. Nu en dan hurkten zij neder, bogen zich over den vliet en schepten met hunne kleine hande
PREV.   NEXT  
|<   2   3   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26  
27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   >>   >|  



Top keywords:

wolven

 

zochten

 

kinderen

 

verder

 

beekje

 

gehuil

 
boomen
 

vernamen

 

kleine

 

hoorde


andere
 

dieren

 

gevaarvollen

 

waakte

 

spottend

 

knieen

 

echter

 

akelig

 
weerklonk
 

ontwaaktte


hervatten

 
morgen
 

Anderendaags

 

weldra

 

schoot

 
versperde
 

voorzag

 
ingang
 

waarmede

 

verzamelde


groote

 

steenen

 

aardklompen

 

eenzame

 

schuilplaats

 

schreiend

 

koekoek

 
meisje
 

uitgeput

 

gezang


zouden
 
moeten
 

doorbrengen

 
vermoeidheid
 
verdween
 
struiken
 

bezeerden

 

lastig

 

zijnen

 

bramen