gevolg naar
het geheimzinnig woud terug, waar zij in volledige afzondering hun leven
wijdden aan studie en godgeleerdheid.
Het volk echter toefde nog langen tijd onder den eik.--Mondbehoeften en
schuimend bier werden aangebracht en de drinkhoorn geledigd op de
aanstaande overwinning.
6.--Verovering van ons land door de Romeinen.
Waar verhief zich de reuzeneik, in welker schaduw de menschen zulk eene
gewichtige vergadering hielden?--Is de gebeurtenis, waarvan het
voorgaande verhaal gewaagt, reeds lang geleden?
De reuzeneik groeide voor meer dan 1900 jaar in Midden-Belgie, aldus
genoemd omdat de grond er meer verheven is dan in Laag-Belgie en echter
de hoogte niet bereikt van Hoog-Belgie met zijne heuvelen en steile
rotsen.
In een woudrijk land, als het onze toen was, trof men talrijke, zeer
groote en zeer oude boomen aan; dat de menschen, aan den voet van zulke
boomen vergaderden, moet ons niet verwonderen in eene streek, waar
steden, noch groote dorpen, dus nog veel minder pleinen of groote
vergaderzalen waren.
Wij hadden toen zelfs nog geene bedehuizen, want de priesters boden de
godheid hunne offeranden aan in de open lucht.
Welken eeredienst beleden onze voorouders? Zij aanbaden de sterren des
hemels, de zon, de maan, den donder, den wind. Zij hadden hier en daar
steenen altaren, onder een boom of dicht bij eene bron. Hunne priesters
of druiden genoten de algemeene achting; want, ofschoon hunne leer voor
ons zeer duister is, waren zij wijzer en geleerder dan gewone menschen.
Misschien wel hebt gij bij u zelven gezeid dat, in het voorgaand
verhaal, meest over krijgslieden wordt gesproken.
Weet gij wel, dat de krijgskunst toen algemeen werd geacht, en wie zich
door lichaamskracht onderscheidde, in hoog aanzien stond?
Herinnert u Boduognat, die tot opperhoofd werd gekozen; denkt aan de
forsche gestalte, aan de glinsterende wapens van de strijders, die hem
omringden.
[Illustration: Oud-Belgie.]
Boduognat was een Nervier; de Nerviers bewoonden die deelen van ons
land, die men heden Henegouwen, Brabant en Antwerpen noemt. Men trof
hier te lande nog aan: de Eburonen, de Aduatieken, de Trevieren en de
Morinnen.
Zij vormden te zamen de Belgen of Bolgs. Eenige namen der Zuider-Belgen
zijn bewaard gebleven in de namen van sommige aloude Fransche steden: de
Bellovaken (Bavai), de Atrebaten (Atrecht). Zij bewoonden niet alleen
het huidige Belgie, maar een deel van het Noorden van Frankrijk en
|