alrijke booten beladen met koopwaren, wijn, graan en andere
levensmiddelen voeren op den breeden stroom.
Engel had in de laatste tien dagen zeer veel gezien en geleerd en
nochtans wenschte hij vurig de stad Aken te leeren kennen, en er zijne
muzikale opleiding te voltooien.
* * * * *
Eindelijk braak het lang gewenschte oogenblik aan en onze reizigers
mochten de beroemde stad binnentreden.
Engel oordeelde haar zeer "prachtig" en stemde ten volle in met de
inwoners, die Aken een tweede Rome noemden. Het verkeer was er levendig,
men trof er een ruim plein aan met prachtige huizen, bewoond door
prinsen en hertogen.
De stad was een schouwburg rijk, ook verscheidene badhuizen en een
heerlijk paleis, waar Karel niet zelden den winter doorbracht.
De abt van Sint Bavo stelde Engel voor aan den Italiaanschen meester,
onder wiens leiding de jonge zanger studeeren zou en, eer hij vertrok,
sprak hij Engel in dezer voege toe:
"Mijn zoon, ik stel vertrouwen in u, werk en studeer naarstig; als ik
hier den landdag hoop bij te wonen, wil ik van uwe meesters en van onzen
doorluchtigen keizer niets dan goeds over u vernemen."
Engel beloofde zijn best te doen; hij studeerde dan ook veel en voldeed
dermate zijnen nieuwen meester, dat deze besloot den jongen zanger ter
gelegenheid van het verjaringsfeest van de kroning des keizers, in de
kapel van het paleis te laten zingen.
Karel de Groote van zijne reis teruggekeerd, woonde met zijn gevolg, de
kerkelijke plechtigheid bij en, toen Engel zijn gezang aanhief, wist hij
er zooveel dankbaar gevoel, zooveel kunst in te leggen, dat al de
aanwezigen er door getroffen waren.
[Illustration: Mannelijke kleederdracht (IX^e eeuw).]
Karel wenschte meester en leerling geluk en besloot den jongen zanger
aan zijn hof te verbinden.
Schier elken dag zong nu Engel in de kapel van het paleis, een der
schoonste bedehuizen der IX^{de} eeuw en leerde meer en meer den grooten
man waardeeren, die door zijne tijdgenooten zoo hoog werd geroemd.
De keizer was zeer werkzaam; het grootste deel van zijnen tijd wijdde
hij aan het welzijn zijner onderdanen.
Wel is waar liet hij de verschillende volken, waarover hij regeerde, in
het bezit van hunne eigenaardige instellingen en wetten, maar hij
trachtte toch eenheid in zijn bestuur te brengen en daartoe vaardigde
hij onderscheidene besluiten uit, die men capitularien, noemt.
Niet zelden liet hij, na een dag ernsti
|