FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76  
77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   >>   >|  
... maar, wat was dat? Eene vlam kronkelde zich aan den gevel der houten huizen, een schrikwekkende gloed verhelderde den duisteren nacht. "Brand! brand!" gilden Klaas en Jan, terwijl zij naar de bedreigde woningen snelden, er aanklopten en de bewoners uit hunne nachtrust wekten. Weldra was elkeen op de been, ladders werden aangebracht, ontelbare emmers water op de vlam gegoten, maar ... deze vermeerderde, werd een vuurgloed, die dreigend, machtig, zich verder uitstrekte. Akelig kermden vrouwen en kinders; in sombere wanhoop trachtten de mannen hun goed, hunne kostbaarheden, hunne kleederen te redden. De brandklok klepte, hulpbiedende poorters kwamen toegesneld.... "Wie redt Liesbeth, mijn kleindochtertje!" kreet als uitzinnig van smart, een grijsaard, zeer rijk koopman, wiens huis door de vlammen was aangestast. Niemand antwoordde, terwijl steeds luider en luider, de klachten van den grootvader weerklonken. Twee edele harten echter voelden medelijden met den armen man: "Jan, willen wij het wagen," fluisterde Klaas zijnen vriend toe en: "Tot den dood volg ik u" luidde het korte doch zielroerende antwoord van den armen hoorige. Een ijzeren ladder werd aangebracht en tegen den gevel van het huis geplaatst. Klaas beklom die het eerst, en vlug als eene boschkat, volgde hem zijn vriend. Beiden verdwenen in het brandend huis. Een ... twee ... drie ... vier stonden, als uren zoo lang, gingen voorbij en beneden in de straat, jammerde een bevende grijsaard, woelde eene anstige volksmenigte. Goddank! daar verscheen de wakkere Klaas, de kleine Liesbeth in de armen. Jan volgde hem, een ijzeren kistje op den rug, dat vergeten was en waarschijnlijk goud of kostbaarheden bevatte. Beiden daalden de ijzeren ladder af; de menigte verdrong zich om de moedige knapen, de beangste vader zegende hen als de redders van zijn kleinkind. De koopman nam intrek bij zijne zuster, die aan de andere zijde der stad woonde. Hij verzocht Klaas en Jan hem daarheen te volgen, want hij wilde zijne belofte houden en de redders van zijn kleindochtertje rijkelijk beloonen, "Wie zijt gij? Van waar komt gij en wat kan ik voor u doen?" sprak hij tot de knapen. Zij bogen het hoofd en zuchtten. "Spreekt vrienden," vervolgde de koopman, "hebt vertrouwen in mij, want ik verlang niets dan uw welzijn." Nu vertelde Jan, die de tranen in de oogen kreeg, wat er met zijn vriend en hem het laatste jaar was gebeurd; hij sprak van
PREV.   NEXT  
|<   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76  
77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   >>   >|  



Top keywords:

koopman

 

ijzeren

 

vriend

 

Beiden

 

volgde

 

Liesbeth

 

grijsaard

 

aangebracht

 

luider

 

knapen


kleindochtertje
 

ladder

 

redders

 
kostbaarheden
 
terwijl
 
Goddank
 

verscheen

 
wakkere
 

anstige

 

vertelde


kleine

 

volksmenigte

 

daalden

 

waarschijnlijk

 

woelde

 

bevatte

 

vergeten

 

welzijn

 

kistje

 

straat


stonden
 
brandend
 
gebeurd
 

verdwenen

 

laatste

 

beneden

 

jammerde

 

tranen

 
voorbij
 
gingen

bevende

 

daarheen

 
volgen
 

verzocht

 
woonde
 

belofte

 
houden
 

rijkelijk

 

beloonen

 
andere