en vriend achterlatende, die hem een dankbaar en
hartelijk "tot wederzien" toeriep.
Helaas! het heerlijk verblijf van Engel te Aken, zou niet lang duren! In
814 stierf de groote keizer en diepbedroefd zong de zanger in de kapel
van het paleis, een lijkzang ter eere van den grooten man, dien hij zoo
hoogschatte.
Engel keerde naar Gent terug, beoefende uitsluitend de gewijde toonkunst
en vormde talrijke leerlingen, niet alleen te Gent, maar ook in de Sint
Amandusabdij te _Elnone_[16] aan de Schelde, waar hij eindelijk, evenals
vroeger zijn moedertje, op hoogen ouderdom, zachtjes insliep....
22.--Karel de Groote.
Het voorgaande verhaal was lang en toch zou ik er nog eenige
oogenblikken bij willen stil staan.
Ik ben overtuigd, dat de groote keizer,[17] die zich het lot van den armen
zanger aantrok, u niet meer onverschillig is. Hij verdient ten volle uwe
achting; hij was goed, verstandig, ontwikkeld, werkzaam, beschermde
kunstenaars en geleerden en bestuurde zijn uitgestrekt rijk op uitstekende
wijze.
[Illustration: Hoofdletters van handschriften der VIII^e eeuw.]
Weet gij ook, dat hij een groot krijgsman was? Hij bedwong de Saksers,
de Lombarden, de Arabieren, de Beierlingen en de Slaven. Ten jare 800
werd hij door den Paus van Rome, tot keizer van het Westen gekroond. Hij
zond geestelijken en zendelingen naar Germanie om er de beschaving en
het Christendom te verspreiden.
Hier te lande, heerschten gedurende zijne lange regeering rust en vrede;
onze voorouders woonden in het hartje van Karels rijk. Al wie van het
Zuiden, dus van Gallie naar Aken reisde, trok door ons land, dat
levendiger en dichter bevolkt was dan vroeger. Landbouw en veeteelt
verkeerden in bloeienden toestand, en het bezoek, dat onze vrienden
brachten aan de stad Maastricht, leert ons, dat er handel gedreven werd.
Op de Schelde, de Maas, den Rijn, de Moezel voeren booten en vlotten;
aan de oevers der zee fokte men schapen en de wollen stoffen van ons
land werden tot in Midden-Europa verzonden.
Onze voorouders dreven handel met Groot-Brittanje en Scandinavie;
immers, in Engeland en aan de kusten der Baltische zee heeft men
muntstukken der IX^{de} eeuw ontdekt, die hier geslagen werden.
Verscheidene bisschoppen en abten van ons vaderland waren vrienden of
beschermlingen van den keizer. De geestelijken bestudeerden de fraaie
letteren en Karel zond hun de beste meesters; Eginhard bestuurde
gedurende eenigen tijd de abdijen van Si
|