wandeling met vriend Turk, dan houd
ik ze stil zelf, hoor."
"O, oompje, dan is het goed, dat het geen appelbollen zijn, dan kreeg
u vast een overladen maag," lachte Door.
"Vind jij appelbollen misschien "onmogelijk" lekker?"
"Onmogelijk, oompje," zei Door met overtuiging.
"Hier, meisje, heb je dan wat van mij, dan kun je het geheele
gezelschap op appelbollen trakteeren."
"Dank u wel, hoera! Kinderen, vanavond zal een regiment appelbollen
zijn intrede in den huize Van Brakel doen."
"Met het oog op onze logetjes vind ik beter de appelbollenpartij tot
morgen uit te stellen," zei moeder. "De kleuters moeten vanavond niet
te laat naar bed."
"Dus morgen, heerlijk," zei Nel.
"Maar Bob, wat doe je toch?" vroeg Door.
Bobbie, voorover in het gras liggend, zat Julia aandachtig te
bestudeeren. Al een paar keer had hij moeite gedaan haar oogleden
op te lichten, zoodat poes, wie deze handtastelijkheden blijkbaar
danig begonnen te vervelen, bedaard Bob den rug toekeerde, langzaam,
met deftige passen, om het perk met viooltjes heen stapte en toen op
eenigen afstand van haar kleinen plaaggeest ging zitten. Ze kneep
haar beide oogjes toe tot op een kiertje, vleide haar staartje met
het grappige zwarte puntje keurig langs haar voorpootjes en bleef
zoo in diep nadenken verzonken.
"Effentjes kijken, hoe laat het is," antwoordde Bob.
"Hoe laat het is. Denk je dan soms, dat onze Julia een horloge draagt?"
"Jaap zegt," zei Bob, "dat de oogen van een poes net klokjes zijn;
je kunt er op zien, hoe laat het is."
"Ja," zei Hans, "Jaap zegt: als 't pilletje in zijn oogen als een
recht streepje omhoog staat, is het twaalf uur."
"Het pilletje? O, de pupil," gierde Door.
"Nel, Dolf en Leni, hoort eens, wat onze logetjes vertellen. O,
"onmogelijk" leuk!"
"'t Is maar jammer," zei Dolf lachend, "dat de poesjes zelf zoo weinig
pleizier van hun horloge hebben."
"Maar 't is nu zeker al veel later," zei hij, naar Julia kijkend,
die nu het heele troepje met haar ernstige oogen zat op te nemen.
"Het pilletje lijkt in 't geheel niet op een recht wijzertje. Kijk,
't is een klein, zwart balletje."
"Ja," zei Hans, "hoe laat zou het nu wel zijn? Misschien wel tien
uur. Kijk eens, Bobbie."
Bobbie knikte, hij wist het niet precies. Hij vond het een moeilijk
geval.
"Tien uur is het gelukkig nog niet," zei Nel.
"We kunnen nog best een spelletje doen. Zullen we verstoppertje doen
met verlos?"
"Ja, best! Wie doet er
|