Pollo over een sloot, Bruun hem achterna. En toen,
o mijn kaboutertjes, als jullie dat gezien hadt! Pol stond aan den
kant van de sloot juist eventjes uit te blazen, met de tong uit zijn
bek, want geloof maar, dat hij moe was, toen een dikke kikker, zeker
door Bruno opgejaagd, boven op Pollo's tong sprong. Ma en ik wisten
werkelijk niet, wat er gebeurde, zoo'n spektakel maakte Pollo op eens.
Hij rolde zich om en om op 't gras, de vier pooten in de hoogte,
en het had niet veel gescheeld, of hij was in de sloot gevallen. Nu,
zoo'n bad was misschien wel goed geweest voor den schrik."
"O, die kikker," schaterde Dolf. "Hij zag Pollo's tong voor een
rozeblaadje aan."
"Ja, of voor een vischje," lachte Nel.
"O, eenig, eenig!" proestte Door. "Maar stil, laat mij nu verder
lezen."
"Na dit kikker-avontuur waren onze wandelgenootjes kalm en gehoorzaam.
En hoe Miekie het maakt? Ik geloof, dat ze vast van plan is jullie
een briefje te schrijven en ze mij de kunst nu wil afzien. Viermaal
heb ik haar al van dit velletje postpapier afgezet, maar telkens komt
zij weer terug, zoodat ik haar nu maar laat zitten. 't Is een klein,
nieuwsgierig poesje en jullie weet, als Mieke eenmaal een plannetje
heeft, dan laat zij dit niet varen.
Op dit oogenblik loert ze op mijn penhouder. Steeds gaat haar kopje
van links naar rechts. O wee! een letter met drie krullen, dat is
Miekies schuld: die wilde met haar pootje den penhouder grijpen. 't
Is maar goed, dat mijn praatje uit is. Het zal mij eens benieuwen,
wanneer zij jullie gaat schrijven, maar dan ga ik er ook bij zitten,
dat weet ik wel, die deugniet!"
"Dan gaat oom zeker ook op het postpapier zitten," lachte Dolf.
"Heel veel kusjes van moes, van Bruno een poot, van Mieke een hoogen
rug en duizend kusjes van paatje.
Hoe hebben de appelbollen gesmaakt? En vraag aan Leni, of de
dwergjes nog bedroefd zijn. Vooral de groeten aan oom, tante en
alle kindertjes."
"Is hij nu uit?" vroeg Bob.
"Ja, is het geen onmogelijk lange brief?"
Door moest den brief nog eens en nog eens voorlezen, vonden Leni,
Bob en Hansje. Op 't laatst kenden ze hem bijna van buiten.
"Boven aan het blaadje staat het verhaal van den kikker, he
Door?" vroeg Hans.
"En daar onder-aan dat van Mieke?"
"Mammi, waar is de kikker nu?" vroeg Fritsje.
"Ik denk, dat hij nu weer vroolijk door het water springt of over
't land. Och, och, wat zal dat arme kikkertje geschrikt zijn, toen
het zag, dat het verdwa
|