elt," zei vader, die moeite
deed ernstig te kijken; "vertel mij eens, wat lag in den koffer,
kereltje?"
"Dit ei," zei Hans. Maar nu kon mijnheer Van Brakel zich niet langer
bedwingen. Hij schaterde het uit en allen in de kamer schoten in een
hartelijk gelach.
"'t Is een kalkei; o jongens, jongens, jullie bent eenig, eenig!"
Toen allen zoo vroolijk waren en het zich zoo in 't geheel niet
aantrokken, dat er geen kuiken uit het ei gekomen was, zelfs Leni niet,
toen moesten Hans en Bob toch wel meelachen.
"Kijk eens, dit mag jullie Leni geven," zei moeder en gaf Bob een
doos met flikjes. "Daar kan ze dan eens uit presenteeren vanmiddag,
als paatje er is."
Dat was goed.
"Fisjeleer," zei Fritsje, terwijl hij Leni een fleschje met eau de
cologne vereerde. Natuurlijk moest ieder even van de eau de cologne
ruiken en daar Fritsjes zakdoek nergens te vinden was, kreeg hij een
beetje op de punt van zijn schort.
"Nu heb ik hier ook nog een paar oude kennisjes," zei vader, de
portretten van de tweelingen en Julia gevende.
"Och, paatje, hoe aardig," zei Leni verrukt. "Wanneer hebt u dat
gedaan? Bob en Hans hebben me er niets van verteld."
"Ja, dat _die_ geheimen kunnen bewaren, hebben we gemerkt," zei vader,
"maar Julia doet voor hen niet onder."
"Mag ik nu de jarige in den tuin verzoeken?" zei Dolf.
"In den tuin?" vroeg Nel.
"Ja, komt allen maar mee, achter in den tuin."
"Kijk toch eens, Dolf heeft warempel het kippenhok geverfd," riep
Leni opgetogen.
"Hoe leuk!"
"Dat noem ik nog eens een verrassing," zei vader. "Ik wist werkelijk
niet, dat ik zoo'n knappen zoon had."
"Wanneer heb je dat gedaan?" vroeg Door.
"Gisterenavond en vanmorgen. Ik was om zes uur al in den tuin," zei
Dolf, blij, dat allen het zoo aardig vonden. "Maar nu moet je er ook
eens even in gaan," zei hij tot Leni; "ik heb de kippenfamilie zoo
met elkaar zien fluisteren, het zou mij niet verwonderen, als zij
ook een verrassing voor je hadden."
Lachend ging Leni in het hok. "Kom eens hier," riep ze en stond te
dansen voor de nesten van Toetie en Snoetie. "Komt toch eens allen
hier!"
"Maar kindje, dat is toch wel wat veel gevergd," zei vader; "het
heele gezelschap in het kippenhok! Laat ons liever eens zien,
welke verrassing je kippenfamilie jou bereid heeft: wij branden
van verlangen."
"Toe, Leen, kom er uit," zei Door, "je maakt ons zoo "onmogelijk"
nieuwsgierig."
"Kijk eens," zei Leni, "dit rose suiker ei heeft Toet
|