teil met prinsessenboonen voor
zich uit. "Jullie moet mij allen helpen. Dolf, haal jij even een
paar couranten voor de draden en een grooten bak voor de afgehaalde
boonen. Leni kan die boonen mooi doormidden breken. De tweelingen en
Fritsje kunnen met hun drietjes in den tuin spelen, wij hebben daarvoor
nu geen tijd. Er kan hun geen ongeluk overkomen. Fox, hier oude jongen,
breng dit boek eens naar binnen, dat heeft zeker iemand hier gisteren
weer laten liggen, je weet wel, wie ik bedoel. Fox sprong en blafte,
dat Bob de vingers in zijn ooren stak. "Fox, apporte, bedaar nu,
apporte," gebood Nel en toen nam de dartele, vroolijke Fox heel gedwee
het boek in zijn bek en ging er mee naar binnen.
"Allo, marsch," riep Kee en toen stoof Fox de trap op naar Doors kamer.
Bob, Hans en Frits hadden het al even druk met hun drietjes als de
kleine huishoudsters.
"Dat is Asschepoes," legde Hans aan Bob en Frits uit, terwijl hij
bij het kippenhok stond, "en dat Snoetie. Kijk die kuikentjes toch
eens. Ik wou wel zoo'n kuikentje in de hand hebben."
"Ik ook wel," zei Bob. "Misschien zouden ze 't wel prettig vinden,
als ze ook eens door den tuin mochten wandelen," opperde hij.
"Ja," zei Hans, "en die arme Asschepoes zeker ook. 't Is toch ook
niet prettig, altijd in zoo'n hok te zitten."
"Mag Frits ook een kuikentje hebben, zoo'n lief kuikentje?" en hij
trappelde al van ongeduld.
"Is er ook een deurtje om in 't hok te komen?" onderzocht Hans.
"Hier is een deurtje," zei Frits, die Leni dit dikwijls had zien
openen.
"Wat een kleintje," lachte Bob.
"Ja, dit is eigenlijk 't kippenhuis. Laten we spelen, dat wij kip
zijn," stelde Bob voor, "en Frits een kuikentje."
"Neen," zei Hans, "ik ben Slokop en jij Asschepoes en dan vecht ik
met jou."
"Fritsje vindt het toch niet zoo heel prettig in dit huisje," zei
Frits, angstig naar den haan kijkende.
"Dat hoort ook zoo," zei Bob. "Kuikentjes vinden 't ook niet prettig
in een hok. Kijk eens, daar loopen warempel al twee op 't gras. Kijk
Asschepoes eens en de haan. En Snoetie en Toetie!"
Voorzichtig stapte hij 't hok binnen, wel een klein beetje bang,
toen eenige kippen begonnen te fladderen. Maar dat wilde hij voor
Hans en Fritsje niet weten en liep daarom moedig verder.
"Ze vinden het, geloof ik, niet goed, dat wij in hun huis komen,"
en eigenlijk had Hans wel grooten trek om dadelijk weer terug te
keeren, maar toen hij Bob zoo dapper voort zag stappen, wilde hij
niet
|