eg gevonden."
"Laat eens kijken," zei Dolf, "hoe grappig, ik heb nog nooit een egel
zoo dichtbij gezien."
Hans en Bob vonden het in 't geheel geen aardig beestje, beweerden ze,
en Frits bleef op een eerbiedigen afstand.
"Als Fox hem maar geen kwaad doet," zei Door.
"Wel neen, 't blijft bij blaffen," zei vader, "daar behoef jullie
niet bang voor te zijn. We zullen hem wat melk brengen, daar houden
ze in den regel van."
Leni liep naar huis en kwam na een oogenblikje met een schoteltje
met melk terug. 't Was eerst, of de egel 't niet zag, maar al gauw
begon hij te drinken tot groote vreugde van allen.
"Je zult eens zien, hoe gauw hij tam is," zei moeder.
"Maar nu gaan we eerst ontbijten, anders zijn we niet klaar, als oom
Karel komt," zei moeder.
"Ik verlang ook naar paatje," zei Bob.
"Ja, en wat zou paatje wel te vertellen hebben?" vroeg Hans.
"Nog maar een beetje geduld," lachte moeder.
"Morgen gaan we naar huis, he tante?"
"Goeden dag, goeden dag, feestvierende menschen!" hoorde men oom
Karel dien middag plotseling zeggen. "Daar ben ik al. Waar zijn mijn
kaboutertjes en waar is de jarige dame?"
"Hier paatje," en Bob en Hans vlogen hun vader om den hals.
"Ja, ja, kereltjes, hoe is 't met jullie? Druk aan 't feestvieren zie
ik. Wel, wel Leni, is dat croquetspel een cadeau? En Fox en Julia in
feestgewaad! 't Is geen kleinigheid, 'k Ben wat blij, dat ik gekomen
ben. Kijk eens, dat is nu _mijn_ cadeautje. Ik hoop, dat je 't mooi
vindt, meisje. Ik kan maar niet vergeten, hoe bedroefd je was over 't
verlies van sneeuwwitje en daarom heb ik je nu een ander sneeuwwitje
meegebracht."
"Een pop!" riep Lena opgetogen. "Oompje, hoe heerlijk!"
"En als sneeuwwitje gekleed," zei Door, "hoe beeldig! Kijk toch eens,
moeder!"
"Prachtig, prachtig! Die oom Karel verwent je maar," zei moeder
lachend.
"Dat heb ik wel begrepen," zei Nel, "dat jarig zijn in de vacantie
lang niet voor de poes is."
"En nu 't geheimpje, oom," zei Dolf. "Wij branden allen van verlangen."
"Dat is goed, kinderen. Bob en Hans, komen jullie eens bij mij zitten,
ieder op een knie. Het is iets heel moois en prettigs, dat ik te
vertellen heb."
Allen keken oom vol verwachting aan.
"Zoo'n aardig popje, als Leni gekregen heeft om mee te spelen,"
begon oom, "is er bij ons in huis gekomen."
"Ook een sneeuwwitje?" vroeg Bob verbaasd.
"Maar, paatje, jongens spelen toch niet met poppen," zei Hans
teleurgesteld.
Oom Karel
|