FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60  
61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   >>  
iet." "Leni, Leni!" riep Door, met in de eene hand het mes en de andere het brood. "Natuurlijk, Leni is weer bij het kippenhok. Hoeveel?" riep Door, 't brood in de hoogte houdende. "Vier," riep Leni terug. "Vier, hoe is 't mogelijk," zei Door, "dat is dus twaalf." "Och," zei Nel, "waarom vraag je dat toch alles; dat doet ma nooit." "Ma weet, hoeveel ieder zoowat eet, maar ik niet. Zou jij ooit gedacht hebben, dat Leni vier sneetjes at?" "En dan zegt ze nog wel, dat ze in de vacantie nooit trek heeft," lachte Nel. "Bob en Hans ieder eentje, dat is veertien," telde Door. "Nu Kee nog. Ik hoop maar niet, dat ze al te grooten honger heeft," zei ze met een kleur van inspanning, "want 't mes is zoo akelig stomp. Help jij vast smeren." "Kee!" riep ze, nu haar hoofd in de gang stekende. "Hoeveel?" "Hoeveel?" riep Kee verwonderd terug. "Gewoonlijk driehonderd, maar nu nog vijftig meer." Door proestte het uit. "O, neen, maar Nel, hoe vind je die Kee?" verder kwam Door niet. "Wat zegt Kee?" vroeg Nel, lachend om Door. "Toe, zeg het nu," zei Nel ongeduldig, omdat Door maar bleef lachen. "Verbeeld je, Kee zegt ""gewoonlijk--,"" weer proestte Door 't uit. "He toe, wees nu niet zoo flauw," zei Nel half boos, half lachend. "Kee zegt," zei Door nu, haar best doende zich verstaanbaar te maken: "gewoonlijk driehonderd en nu nog vijftig meer," weer gierde Door. "O, nee, maar Nel, wat zou ze meenen? Gewoonlijk driehonderd en nu nog vijftig meer; zeker, omdat ik een stomp mes heb!" Nel, die juist Frits hielp, gutste door het lachen de helft van de melk over het kroesje. "Ik begrijp het," schaterde ze. "Ze bedoelt de slaboonen." "'t Is prachtig! Eenig! Stel je voor: driehonderd vijftig sneetjes met een stomp mes." "Hoeveel _boterhammen_?" riep Door gierend terug. "Wie kan dat nou ook denken," zei Kee goedig; "drie, maar als ik haast heb twee. En ik heb nu haast." "Dat is--hoeveel had ik ook weer?" "Veertien," hielp Nel. "Dat is dus zestien en ik zelf. Ja, 'k heb honger, maar ook haast, net als Kee, dus ook maar twee. Kom, nu zal ik de rest smeren. Wat is zoo'n huishouding toch "onmogelijk" druk," zei ze, Fritsjes boterham in smalle reepjes snijdende. "Je komt gewoon niet klaar." "Ziezoo, daar ben ik weer," zei mijnheer Van Brakel. "Ik zie wel, dat je goed voor allen gezorgd hebt." "Leni, kom nu toch, we zijn allen klaar," riep Nel; "je boterhammen zijn gesmeerd." "Ja, ik kom dadelijk
PREV.   NEXT  
|<   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60  
61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   >>  



Top keywords:

vijftig

 
driehonderd
 

Hoeveel

 

boterhammen

 

smeren

 

honger

 

lachend

 

proestte

 
gewoonlijk
 

Gewoonlijk


lachen

 

sneetjes

 

hoeveel

 

kippenhok

 

hoogte

 
goedig
 

Natuurlijk

 

gutste

 
zestien
 

Veertien


denken

 

houdende

 

prachtig

 

begrijp

 
schaterde
 

bedoelt

 

slaboonen

 

gierend

 

kroesje

 

Brakel


mijnheer

 

Ziezoo

 
gesmeerd
 
dadelijk
 

gezorgd

 

andere

 

gewoon

 

huishouding

 

onmogelijk

 

mogelijk


Fritsjes

 
snijdende
 

reepjes

 

boterham

 

smalle

 

meenen

 

gedacht

 

hebben

 
akelig
 
zoowat