nog Bob en Hans bent, hooren jullie
niet in een kippenhok."
"We dachten, dat de kippen het heel prettig zouden vinden in den tuin,"
zei Bob.
"Misschien vinden ze dat ook wel, maar kuikentjes en kippen zijn nog
maar domme dieren en weten niet, dat ze niet aan de bloemen mogen
pikken; daarom vinden wij het in het geheel niet prettig, dat ze in
den tuin zijn. Ze zouden onzen mooien tuin heel gauw leelijk maken
en dat willen jullie toch zeker ook niet. Ziezoo, blijf hier nu maar
even stil staan, dan zullen wij ze voorzichtig in het hok jagen."
Bob en Hans stonden wel wat bedrukt te kijken.
"Fritsje vond het niets prettig om kuikentje te spelen," zei Frits,
blij, dat hij uit het hok was.
"Neen, ventje, dat is ook niet prettig, tenminste voor jongens niet."
Eindelijk waren alle kippen weer in 't hok. Zelfs de haan, hoewel de
laatste van de geheele familie stapte deftig de voordeur van zijn
huis binnen en begon dadelijk te pikken van enkele graankorrels,
die op den grond lagen, met een gezicht en een deftigheid, alsof hij
niet even te voren zoo ondeugend zijn huis ontvlucht was.
"Goeden middag!" hoorden de kinderen zeggen.
"O, moesje, is u weer beter?"
"Wie zou nu lang in bed kunnen blijven met zulk prachtig weer,"
lachte mevrouw Van Brakel.
"O, moes, 't is eigenlijk jammer, dat u nu pas komt. Als u even eerder
gekomen was...."
"'k Heb alles van het balcon gezien," zei moeder, "en ik geloof,
dat ik het restje hoofdpijn weggelachen heb."
"'t Was eigenlijk "onmogelijk" leuk," zei Door.
"De slaboonen zijn klaar, maatje."
"Jullie bent maar een paar knappe huishoudsters. En daar ben ik wat
trotsch op, hoor!"
ACHTSTE HOOFDSTUK.
EEN AVONTUUR.
"Hier heb ik de kleeren, die we voor Hans geleend hebben; die konden
jullie zoo meteen wel eens naar vrouw Pruim terugbrengen, 't Is er
juist zoo'n heerlijke dag voor," zei mevrouw Van Brakel. "Fritsje
blijft bij mij thuis, dan behoeft de sportkar niet mee, want Hans zal
nu toch voor de tweede maal wel niet in een plas vallen en naar huis
gereden moeten worden," lachte ze. "Kijk eens, Nel, koop hiervoor
wat chocolade voor de drie jongens van vrouw Pruim en hiervoor mag
je voor jullie zelf eene traktatie koopen, omdat het vacantie is."
"Dat treft goed," riep Door opspringende, terwijl ze het boek, waarin
ze zat te lezen, neergooide, "ik dacht juist: wat zal ik nu eens doen
en daar komt u met zoo'n heerlijk plannetje."
"Weet jullie wat," zei Nel,
|