dat was het andere, het namaaksel van
haar man. Dien moest zij niet hebben. En den heelen nacht eilde zij
door, in een half-wakenden, half-slapenden toestand, in verschrikkingen,
die het bed deden kantelen en de kamer instorten over haar hoofd, in
droomen van zware blokken, die over haar lijf vielen, en van een God den
Vader, een grijsaard met een langen baard en een kroon op het hoofd, die
zachtjes tot haar afdaalde, maar dan onvoelbaar werd als een geest en in
rook verwolkte om haar heen.
XIV.
De dokter, dien Marie niet thuis had gevonden, was den volgenden ochtend
gekomen, en had gezegd met zijn dikken mond, dat Mathilde een hevige
koorts had, dat zij vooral de grootst mogelijke rust moest houden.
Toen Mathilde na drie weken weer beter was, werd zij weer opgenomen in
den gang van het gewoonte-leven der omgeving. Zij vond alles uitstekend
in de zwakke blijdschap van haar herstel. Alleen hinderde haar in 't
begin bijna elk geluid. Jozef was, toen zij zoo erg was, bijna elken dag
overgekomen; zij bleef er hem dankbaar voor; hij was een goeye man.
Toen zij weer voor 't eerst in den tuin kwam, vond zij, dat ze hier toch
wezenlijk een allerliefst buitentje hadden, maar zij had het vroeger nog
nooit goed gezien, ontdekte allerlei aangename en mooye plekjes, die
haar nieuw voorkwamen.
Zij was in een zonderlingen geestestoestand geweest in den laatsten
tijd. Gelukkig, dat zij zich al die akelige gewaarwordingen niet meer
herinnerde. De dokter zeide, dat de koorts haar meer goed dan kwaad had
gedaan dezen keer, dat hij haar uitgebrand en gezuiverd had en dat
geloofde zij ook.
Toen zij zes weken beter was, in het begin van Augustus, kwam Emilie
Berlage op een Zondag, dat Jozef er ook was, hen even bezoeken. Het
hinderde Mathilde volstrekt niet, dat Jozef en zij elkaar zoo
vertrouwelijk aanzagen. Maar Marie hadden zij wechgedaan. Felix groeide
op en had nu meer een kinder-jufvrouw noodig, die zij kregen op een
advertentie in de koerant.
Mathildes gezicht bolde aan tot dat van een gewone deftige dame. Zij had
een groote vriendschap voor Jozef, maar was er niet zoo erg op gesteld
hem altijd bij haar te zien.
Toen zij einde Oktober weer te-rug waren in Amsterdam hield zij niets
meer over van dien raren zomer buiten dan de slappe herinnering van een
droom. In April van het volgende jaar, beviel zij weer, van een dochter.
EINDE.
End of the Project Gutenberg EBook of Een liefde, by L
|