de zijne zuster naar het stille begijnhof. Langzaam
keerden hare krachten terug en de zoete oogjes, de zachte liefkozingen
van haar Betteken, verdreven hare wanhoop en schonken haar levensmoed.
Dank aan de bescherming der bewoonsters van hare nieuwe verblijfplaats,
was zij weldra in staat door handwerken in hare behoeften en in die van
haar dochterje te voorzien.
De tijd, die alle wonden heelt, stilde ook de smart der zwaar-beproefde
vrouw en hare stille dankbaarheid zegende den broeder, die haar en
honderden bedrukten had getroost en geholpen.
40.--Innerlijke Twisten in de Gemeenten.
Laten wij nog eenige oogenblikken stilstaan bij ons verhaal, of liever,
laten wij trachten het nader te verklaren:
Schier in al onze gemeenten, was de handel zeer bloeiend en rijke
kooplieden waren er talrijk. Geruimen tijd waren het alleen de rijke
poorters, de burgers bij erfenis, de "coomans" die de stad bestuurden.
Zij vormden de "poorterij" of poorters bij uitnemendheid. Dank aan hunne
bekwaamheid, hunne werkzaamheid, hunne volharding verkregen de gemeenten
hunne voornaamste voorrechten en het waren de "poorters bij
uitnemendheid" de coomans, die de muren der gemeenten lieten opbouwen,
hallen en bedehuizen stichtten, straten plaveiden, kanalen deden graven,
waterleidingen deden overwelven, hospitalen stichtten.
In den loop der XIII^e eeuw echter, leefden en arbeidden naast die
"poorters bij uitnemendheid" de massa der eenvoudige ambachtslieden en
kleine burgers, die in "neringen" waren vereenigd.
Deze menschen werden op verre na niet als de gelijken der "rijken"
behandeld.
Zij waren wel is waar vrij, verzekerd van de bescherming der schepenen,
zij genoten de voordeelen, welke de charters aan de gemeenten
gewaarborgd hadden, doch zij mochten geene aanspraak maken op eenige
deelname in het bestuur hunner stad.
Dit laatste voorrecht wenschten zij te bezitten, maar zij veroverden het
niet gemakkelijk. De erfgerechtigden en coomans verdedigden zich
hardnekkig; zij waren niet zelden verwaand, hoogmoedig en maakten soms
misbruik van hun gezag.
Menschen, die met elkander in slechte verstandhouding leven, slaan
helaas! heel licht over tot geweld; vandaar oproeren, waarbij burgers
derzelfde gemeente elkanders bloed vergoten en de woningen, de openbaren
gebouwen, de kerken plunderden of vernielden.
Verstaat gij thans, hoe Veerle's echtgenoot in Brugge werd gedood,
waarom zijne arme vrouw naar Gent vluchtte?
D
|