FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94  
95   96   97   98   99   100   101   >>  
onderging, omdat hij enkel "rechtvaardigheid" betrachtte. De menschen brengen zijn stoffelijk overschot naar de kapel midden in het stille dal, waar het weldra door duizenden bedevaartgangers wordt bezocht. Jaren en jaren verloopen. Een machtig man, prins en bisschop, laat in het dal eene mooie, groote kerk bouwen en er eene stad aanleggen, verschanst achter kloeke muren. Die stad wordt de zetel van een prins-bisdom met kanunniken, kloosters, scholen, monniken en kloosterzusters. Langzamerhand vestigden zich handelaars in de bisschoppelijke stad; bootslieden brengen er hout en steenen aan, menschelijke woningen ontstaan als door tooverslag; ik zie teekenaars, bouwmeesters, schilders en andere kunstenaars, die goud, zilver, koper verwerken en de heilige vaten der bedehuizen scheppen; ik zie beeldhouwers, die marmer, arduin, eikenhout bezielen en naast hen een wriemelenden drom van nederige ambachtslieden, leerlooiers, smeden, kopergieters en anderen. Hoe talrijk worden die menschen! Ik kan ze niet meer tellen, ze zijn levendig van aard, werkzaam, opgeruimd. Zij doorboren de ingewanden der heuvels, zoeken er steenen en allerlei ertsen. Eindelijk ontdekken zij de zwarte steenkool, nederige brandstof, die hun onschatbare diensten bewijst. Aan uwe oevers, heer stroom, ontstaan nog andere steden, ik zie ontelbare lachende dorpen, wijngaarden, boomgaarden, ik bemerk hooge torenspitsen, bruggen, marktplaatsen. De bevolking groeit aan, de stoffelijke welvaart vermeerdert en gij zijt de koning, de vader der heele landstreek. De jonge stroom lachte en schudde ongeloovig het met wier en loof omkransde hoofd. Ook de bergmannetjes lachten en een hunner spoedde zich naar den ingang der grot. Weldra echter keerde hij terug en kondigde aan: "De nachtster verbleekt, de morgenzon breekt door de nevelen, de leeuwrik zingt hoog boven de toppen der rotsen." "Kom met mij" sprak de fee tot den stroom. Zij nam hem bij de hand, leidde hem door de heimnisvolle gangen, door afgronden en over rotsblokken, tot aan de poort van haar onderaardsch verblijf. Hier nam zij afscheid en sprak op zachten toon. "Vaarwel, heer ridder, leef lang en gelukkig." Eensklaps goot de morgenzon een schat van zilveren starren over het donkere harnas van den stroom. De glans, die er van uitging was zoo verblindend, dat de oogen der fee die niet verdragen konden en zij zich in hare duistere woning terugtrok. De stroom echter vloeide v
PREV.   NEXT  
|<   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94  
95   96   97   98   99   100   101   >>  



Top keywords:

stroom

 

echter

 

andere

 

ontstaan

 

morgenzon

 

nederige

 

steenen

 

menschen

 

brengen

 

lachte


omkransde

 

schudde

 

ongeloovig

 
woning
 

duistere

 

lachten

 
Weldra
 
keerde
 

ingang

 

spoedde


bergmannetjes

 

hunner

 
boomgaarden
 

wijngaarden

 

bemerk

 

torenspitsen

 

dorpen

 

lachende

 

vloeide

 

steden


ontelbare

 

bruggen

 

marktplaatsen

 

terugtrok

 

koning

 

kondigde

 

vermeerdert

 

bevolking

 

groeit

 

stoffelijke


welvaart

 

landstreek

 

starren

 
zilveren
 

rotsblokken

 

donkere

 

leidde

 

heimnisvolle

 
gangen
 
afgronden