en bezaaide vlakte, meer dan
700 gulden sporen op, welke men als zegeteekens in Onze Lieve Vrouwkerk
te Kortrijk ophing.
De bloedige veldslag, die plaats greep op 2 Juli 1302, draagt den naam
van Gulden Sporenslag.
De mare van deze nederlaag weerklonk in ons land en in den vreemde. Te
Rijsel, te Yperen, te Gent kwamen de Klauwaarts aan het hoofd der
gemeenten en de gemeentemannen bekwamen talrijke voorrechten. Zelfs in
Frankrijk verzetten de nederige ambachtslieden van sommige steden zich
tegen den koning en de steden van Italie zonden hare gelukwenschen aan
de Vlaamsche gemeenten.
De merkwaardige Sporenslag had nog een ander belangrijk gevolg:
[Illustration: Zegel van 1305.]
Hadden de Fransche ridders de overwinning behaald, Vlaanderen ware bij
Frankrijk ingelijfd en een Fransch wingewest geworden. Zijne taal, zijne
beschaving, zijne kunst zouden uitgeroeid zijn en het tegenwoordige
Belgie niet bestaan.
Eere dus aan de Vlaamsche Zonen, die zoo heldhaftig hunne moeder
verdedigden.
47.--Hongersnood!
Het was winter en nijpend koud. Op een zolderkamertje, in een houten
huis der Wolvesteeg, dicht bij de Vrijdagsmarkt te Gent, zat eene jonge
vrouw te zuchten en te weenen.
Zij was mager als een geraamte en het kindje, dat op hare knieen lag,
kreunde pijnlijk en met zwakke stem. Zijne handjes waren rimpelig als
die eener oude vrouw, zijne gelaatskleur was blauw en koortsvuur gloeide
in zijn wijdgeopende oogjes[32].
"Arm Betteken, ween zoo droevig niet" snikte de jonge moeder. "Gij zijt
ziek van honger en gebrek en ik heb geen korstje brood om u te spijzen,
geen druppel melk om u te laven. Uw vader en zijne gezellen zitten
werkeloos op de Vrijdagsmarkt.
Arm kind! wat zal er van ons geworden! In Gent is geen slag werk te
vinden, alle weefgetouwen liggen stil.... God weet! wanneer die akelige
toestand veranderen zal!..."
Het scheen alsof de klagende stem der moeder het arme Betteken in slaap
suste, want, langzamerhand verzwakte het gekreun om eindelijk geheel op
te houden.
De moeder echter suste het wichtje voort en zag het bij wijlen aan met
treurigen, doch liefderijken blik.
Eensklaps teekende zich eene ontzettende uitdrukking van schrik op haar
bleek gelaat. Bettekens oogjes waren gesloten, haar lichaampje was stijf
en onbeweeglijk, zij ademde niet meer en....
"Dood! dood! mijn kind is dood! gestorven van honger, verstijfd van
koude!" gilde de arme vrouw met radeloozen schrik, waarop
|