FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181  
>>  
gen lag of dat niet direkt-tastbaar aanwezig was. Hij riep van verre, wuivend met zijn neusdoek: --Daag!... Daag!... Tot de trein vertrok, bleef hij zoo, op den gelen weg, en Goedele, bij 't weggaan, zag hem staan, rond uitkomend boven een roodgouden klaverpartije, bollig en zelve rood. Zijn kleine armen zwaaiden ommentweere en 't witte gevlaggel daarboven smeet overhand een schaduw over zijn glanzenden krullekop. Anders was tallenkant de machtige zonne. Hij geraakte vlugge buiten zicht, en, in een hoek van 't coupe, zat nu Goedele te mijmeren, omdaan van 't gelijke treingeratel. Een oude dame zat rechtover haar, onverschillig turend het vensterruitje door, langs de wegschuivende landouwen. Hare rimpelige handen, waarover 't geweld gewoeld had van gansch een vermoeiend leven, rustten wijd van een, elk op een knie. Een paar ringen, te groot voor de magere vingeren, hadden een dooden schijn van doffe gesteenten. De minste waggeling der kussens stiet deze vrouw naar links of rechts; maar, hoe zij ook overendweer dommelde, hare blikken en roerden niet, aldoor starend over het veranderlijke veld. Niets had Goedele dichter bij 't jonge verleden gebracht en haar zoo meteen het pijnlijk gevoel ervan doen hervoelen als deze reis. Ze zou haar broeder wederzien. Maar tevens wist ze de nadering te tasten van al wat gebeurd was, gebeurd en stilaan in zoete vergetelheid weggesust. 't Schoot alteenegare wakker. Naarmate ze doorreed, werden duidelijker en scherper de leelijke beelden van haar zondige liefde, en de onrust, die toch gedurig dof-diepe in haar binnenste roezemoesde, klepperde heel bange op, soms met stooten haar kele toestroppend. En ze kon hare gedachten niet afwenden, langs een anderen vredigen kant. Al keek ze met koppige aandacht naar 't verfrommeld wezen van de oude dame, ze zag dat wezen niet--en sterk spookte in hare hersens 't zicht van haar verloren vreugde. Ze probeerde dan zich buiten 't bereik van hare foltering te helpen met spreken. Ze wilde eene lichte conversatie beginnen en zei blozend entwat over 't liefelijke weer. --Een schoone oogst, niet waar, mevrouw? --Ja. De dame blikte even op naar heur, heel onverschillig, en draaide terug naar 't verre landschap haar bleek gezicht. Goedele bleef in nog pijnlijker alleenigheid zitten en voelde dichter zich door 't lijdelijk verleden omringd. Dan gaf ze zich ten geheele over aan hare droeve gepeinzen en herleefde achtereen al de dagen te rek
PREV.   NEXT  
|<   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181  
>>  



Top keywords:

Goedele

 

buiten

 

onverschillig

 

dichter

 
verleden
 

gebeurd

 

vredigen

 
klepperde
 

roezemoesde

 
afwenden

binnenste

 
gedachten
 

toestroppend

 

anderen

 
stooten
 

werden

 

stilaan

 

vergetelheid

 

Schoot

 

weggesust


tasten

 

nadering

 

broeder

 
wederzien
 

tevens

 

alteenegare

 
wakker
 

onrust

 

liefde

 

gedurig


zondige

 

beelden

 

doorreed

 

Naarmate

 
duidelijker
 

leelijke

 
scherper
 

vreugde

 

gezicht

 
pijnlijker

zitten

 

alleenigheid

 
landschap
 

blikte

 
draaide
 

voelde

 
lijdelijk
 
herleefde
 

gepeinzen

 
achtereen