FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>  
lui zijne lippen af, om Madeleen's lastigheid uit te lengen, en smakte trage. --Luister, Goedele.... Hij sprak dan lage, alsof 't een groot geheim gold, en een stralend geluk verlichtte zijn gansch gelaat: --Madeleen zal.... weer moeder worden.... Hij schaterde 't seffens daarop uit, 't kamerken vervullend met vroolijk rumoer. --Zoo word ik vader meteenent! Wat bloost ge, vrouwken? We hermaken ons geluk, en daar we volgens alle regels getrouwd zijn, zal ons geen kwade hand overvallen. Vraag 't maar aan tante Olympe! Tante Olympe kwam juist binnen en stond in 't deurgat te knikken. De lange oorbellen bijsden tegen haar krage en de tjopkens van haar kaken droegen den sterken blos van vroeger. Ze zette zich in de ronde neer en 't werd nu een gezellig samenzijn. Madeleen schonk de koffie en spreidde 't hagelwitte ammelaken. De kommekens rinkelden en dampten geurig, en elkendeen wist met leutig gekout de gaande uren genoeglijk te sieren. Hoe ras vloog omme de blijde tijd! Niemand zag de ruiten verbleeken en noescher zich uitrekken de schaduw tallenkant! Tante Olympe vooral had danig werk met vertellen, en ze gooide zoo aardig alle voorvallen harrewarrig dooreen, nievers een leemte latend, waar de stilte kon binnenkruipen en rusten. --En mijnheer Johannes, waar zou die nu zitten? Goedele beet gauw op hare lippen om hare ongedurigheid te bemeesteren, en ze liet zwijgend Romaan uitleggen hoe Ameye sinds de mededeeling van zijn huwelijk met Madeleen het huis verlaten had, en hoe hij kort daarop vertrokken was naar Duitschland. Goedele viel hem gejaagd in de rede: --Voor ... hoelang? --Hij is weg. Hij heeft mij geschreven dat het kunstenaarsleven in Belgie onmogelijk was en dat hij zijn vaderland verliet om meer dankbaarheid in den vreemde te vinden. Hij doet wel. Ons landje is in waarheid voor artisten een streke zonder uitkomste. We zijn te arm of we zijn te dom. In Duitschland zal Ameye zijn weg banen, en dan hooren wij nog wel spreken van hem. Hij was goed voor ons. Hij was een warme vriend. --Hij blijft ... ginder? --Ja. Madeleen bracht een schotel met snuisteringen op tafel, en Goedele herinnerde zich meteen dat ze wat suikergoed voor tante Olympe in haar taschje gestoken had. Hare handen beefden rijzekens, binstdat ze het blauw-gestrikt pak overreikte en ze lachte zonder de heete natheid weg te krijgen uit hare oogen. Wat scheelde haar Ameye's heengaan? 't Was zoo best. Ze overtuigde haarze
PREV.   NEXT  
|<   161   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>  



Top keywords:

Madeleen

 

Goedele

 

Olympe

 

Duitschland

 
zonder
 

lippen

 

daarop

 
Belgie
 

kunstenaarsleven

 
gejaagd

hoelang

 
geschreven
 

onmogelijk

 

zitten

 
Johannes
 

mijnheer

 

stilte

 

binnenkruipen

 

rusten

 

ongedurigheid


bemeesteren

 

verlaten

 

vertrokken

 
huwelijk
 

mededeeling

 

zwijgend

 
Romaan
 

uitleggen

 

vaderland

 

streke


handen

 

beefden

 

rijzekens

 

binstdat

 
gestoken
 

taschje

 
herinnerde
 

meteen

 

suikergoed

 
gestrikt

heengaan

 

overtuigde

 
haarze
 

scheelde

 
lachte
 

overreikte

 
natheid
 
krijgen
 

snuisteringen

 
schotel