FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>  
dat hare hersens bemeesterde.... En voller klonk al ginds, en dichte, en allentwege, het liefelijk geluid: --Voort! voort! Maar ze liet plots de leuning los en vluchtte tusschen de veilige muren der huizen, nu snikkend en stotterend: --'k En mag niet! 'k En mag niet! Hare tranen rolden onophoudend over haar gelaat, en haar borste schokte zeerdoende omhooge. Ze zag niets meer. Ze hoorde niets meer. Ze wilde zich alle oogenblikken laten neervallen. 't Kwam haar dan voor dat de menschen haar mochten taken, en ze was beschaamd dat men haar taken zou. Ze stond meteen voor 't station. Een tijdeken bleef ze nog aarzelen en ze wist geen wil om haar doening te leiden. Endelijk stapte ze binnen, terwijl ze hare oogen met haar zakdoek droog wreef. Ze zou niet laf zijn. Ze zou heel simpel lijk zeggen: --Bastiaan, ga weg. Ik ben verdomd.... Ik heb een kind. En ze meende daarbij: --Hij zal me vermoorden.... Die gedachte deed haar deugd. * * * * * XVI. Als ze thuis kwam, vertelde haar Justa dat Ursule in den valavond zieker was geworden en aldoor maar vroeg waar hare dochter was. Goedele herkende 't huis niet meer; al de kleuren hier waren haar vreemd en 't was alsof ze voor 't eerst deze zaal zag, en deze stoelen, en deze tafel. Gedreven door 't geweld van haar eenzijdig besluit, wilde ze seffens Sebastiaan zien. --Waar is Sebastiaan? --Hij komt pas na den eten, juffrouw. --Ha, zoo ... na den eten.... Ze wist niet of ze straks nog moed zou hebben. Ze wilde aan Sebastiaan alleen bekentenisse doen, en 't was nu spijtig dat ze voor hem aangekomen was. Sebastiaan moest de eerste het ongeluk vernemen. Trage tort ze de trap op en duwde de deur open van moeders slaapkamer. Ze keek niet zijwaarts. Ze merkte niet hoe plotseling Ursule zich overend oprechte uit de bleeke sargien. Ze stapte naar den hoogen spiegel, en deed haar hoed af, en schikte peuterig, zonder aandacht, heur haar. Ursule stamelde: --Maar wat zijt ge van zin? Ze keerde zich omme en knikte, naderhand zich bekommerend: --Hebt ge meer zeer, moeder? --Ja wel, in mijn beenen.... Kom hier! --Ik kom. Ze naderde. Ze lei hare hand op het kussen en Ursule vatte die subiet, koortsig vragend wat er met de beurze gebeurd was. --Met de beurze? --Ja.... Ik hadde u niets moeten meegeven--of een kleinigheid. Heb ik u waarachtig al dat schoone geld meegegeven?... Och Heere! ik weet niet goed m
PREV.   NEXT  
|<   166   167   168   169   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>  



Top keywords:

Sebastiaan

 

Ursule

 

stapte

 

beurze

 
plotseling
 

vernemen

 

merkte

 
zijwaarts
 

moeders

 
slaapkamer

juffrouw

 
geweld
 

eenzijdig

 

besluit

 
seffens
 

straks

 

spijtig

 

aangekomen

 

eerste

 

bekentenisse


hebben

 

overend

 

alleen

 
ongeluk
 

stamelde

 

koortsig

 
subiet
 

vragend

 

gebeurd

 

naderde


kussen

 

moeten

 

meegegeven

 

kleinigheid

 
meegeven
 

waarachtig

 
schoone
 

beenen

 

schikte

 
peuterig

zonder

 

aandacht

 
spiegel
 

bleeke

 
sargien
 

hoogen

 
Gedreven
 
moeder
 

bekommerend

 
naderhand