FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>  
ogenblik. De woorden wisten niet tot eene oprechte verklaring saam te smelten. Ze werd dan heel klein en laf. Het speet haar dat ze nog hier levend was, dat ze niet de aanlokking van het glinsterende water beantwoord had, ginder, ginder.... Alles ware nu volbracht: men hadde 't een ongeval genoemd. Ze stamelde, week wordend: --Och Heere! hoe moet ik dat uitbrengen!... Ze wilde wegloopen, de velden over, tot ze neerstorten zou, in doodelijke alleenigheid, den veiligen dood nabij. Ze hervatte zich met groote moeite en bedwong hare zwakheid. Ze smeet hare zoekende gezegden ondereen, soms gebroken door ongelijk gehijg: --Laat me zeggen.... Ik heb u hier ontvangen, ik heb al gedaan wat in mijn machte was om u toe te lachen, om u genegen te zijn en uwe liefde niet van mij af te wijzen.... Helaas! ik was uwe liefde niet weerdig. Ik had een verdorven ziel en mijne zinnen verlangden de woeste streeling van zondigen minnehandel.... Schrik niet! Maak me niet benauwd. Ik ben schuldig, maar medelijden heb ik noodig.... Ik heb u ontvangen, en bedrogen heb ik u naderhand! Hij stond recht, heel bleek, en vroeg: --Wilt ge openhertig spreken? Maar ze zocht uitvluchtsels om hem de waarheid minder hard te maken: --Ge moogt me niet stooten en bezeeren. Ik wil tot het ende alles zeggen. Ik wil dat ge van zelf, doch zonder haat, weggaat van hier. --Ik begrijp u niet. --Peins dan niet meer op mij. Ik heb u nooit geerne gezien, en Bella alleen ziet u geerne ... ja, Bella, het arme kind.... Waarom moest ik u mij onttrekken en u verwijderen van haar? Ik was laf. Bekijk me zoo droef niet. Zeg niets. Laat mij doorzeggen. Zeg niets, Sebastiaan.... Ze deed een trage gebaar met hare hand, precies om hem zachte af te weren, en sloot hare oogen. Nu was 't haar meer duidelijk geworden en ze kon in de donkerte beter hare gedachten nagaan. Haar stemme daalde: --Ik heb gedurende weken en weken durven spreken met u, durven antwoord geven op uwe woorden van liefde. Ik heb zwijgend en misdadig uwe genegenheid gevoed. Ik heb zwijgend uwe droomen spijze gegeven. Dat heb ik zwijgend gedaan. De blik, dien ik u toewierp, was schijnbaar rein.... Rein! Rein! O kon ik nu verzinken! Ze opende fluks hare oogen, boog zich en joeg seffens gichtig hare woorden achter mekaar: --Luister. Ik heb Sebastiaan beleedigd. Ik heb gespot met Sebastiaan. 's Avonds zat ik schuchter nevens u, en over dag lag ik in andermans armen! --Goedele! Ze viel nee
PREV.   NEXT  
|<   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>  



Top keywords:

Sebastiaan

 

woorden

 

liefde

 

zwijgend

 
durven
 

geerne

 

gedaan

 
spreken
 

ontvangen

 
zeggen

ginder

 
zachte
 

doorzeggen

 

gebaar

 
precies
 

alleen

 

zonder

 

weggaat

 

stooten

 

bezeeren


begrijp

 

Waarom

 

onttrekken

 
verwijderen
 

gezien

 

Bekijk

 
geworden
 

verzinken

 

opende

 

schijnbaar


toewierp

 

gespot

 

beleedigd

 

schuchter

 
Avonds
 

nevens

 
Luister
 

seffens

 

gichtig

 
achter

mekaar

 

gegeven

 
spijze
 

donkerte

 
gedachten
 

nagaan

 
duidelijk
 
Goedele
 

andermans

 
misdadig