FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>  
oedele schrok en rechtte zich. 't Kwam her klaar en sterk in hare hersens dat ze tegenwoordig handelen moest. Ze ging op hem af, en hij reikte zijne hand naar heur. Ze schudde haar hoofd en deed teeken dat hij haar volgen zou. Ze stapte stokkestijf. Hare knieen plooiden haast niet en hard klopten hare hielen tegen den vloer. Ze sprak niet. Haar hals lengde zich paalrechte boven hare schouders. Hare armen hingen roerloos langs haar lijf, dat matelijk voorwaarts schoof. Sebastiaan zag haar zwijgend over den drempel terten, bijkans zijn veste raken en voorbijgaan, zonder een blik. Hij volgde haar. Hij begreep dat ze hem over ernstige zaken te spreken had. Hij gooide zijn hoed op een stoel en volgde haar. Hij had een wrevelig gevoel. Goedele's breede rugge, zonder een buiging voortschokkend, werd hem lijk de ondoordringbare effenheid van een gevaarlijk geheim. Ze stegen langs de trap en, moeders kamer voorbijgaande, fluisterde Goedele: --Zoetekens.... Ze bereikte hare eigen kamer, stak algauw 't licht aan, bad met een korten wenk dat hij zou binnen komen en wees hem een stoel. De klaarte pletste tallenkante rond en, langs de spleet van de deure, viel in een lange strepe over den drempel op den donkeren vloer van den gang. Ze zetten zich neer. Ze waren precies verlegen en 't was alsof ze meteen wijd verwijderd waren van malkander, beschaamd voor hun samenzijn. Sebastiaan ried dat geen luttele woorden in deze schrikkelijke stilte zouden vallen, en hij dierf niet zeggen: --Wat is er? Wat maakt u zoo bleek en lijdelijk? Hij merkte dat ze bleek en lijdelijk was, maar hij was halvelings bang voor de reden. Hij wilde de nadering van die reden niet verhaasten, omdat zijn benauwd gemoed er al de pijnlijke gevolgen van vreesde. Heel vaag zag hij entwaar de schaduw van een ongeluk. Hij zweeg. Zijn magere handen lei hij op het tafelberd en hij wachtte zoo. --Bastiaan, zei Goedele, Bastiaan, ik had u al lange moeten bekennen ... al lange, daar niets te bergen is en alle kwaad in voortdurige werking doorwoelt ... al lange, ja, bekennen, bekennen.... Ze had besloten heel simpellijk bekentenisse doen; ze kon echter niet. Ze had den moed niet daartoe: zoo onwetend en buiten alle leelijke verdenkingen zat daar Sebastiaan, en zijn gelaat had seffens zoo angstig een uitdrukking, dat ze een brutale uitlegging niet te boven kon. Ze wilde schipperen en toch tot een eigen direkte beschuldiging en geraakte ze niet. Ze zweeg een o
PREV.   NEXT  
|<   170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   >>  



Top keywords:

Sebastiaan

 

bekennen

 

Goedele

 

drempel

 
volgde
 

zonder

 

lijdelijk

 
Bastiaan
 

halvelings

 
geraakte

schrikkelijke

 
merkte
 

meteen

 

precies

 
direkte
 

verhaasten

 

verlegen

 

nadering

 

verwijderd

 

zeggen


luttele

 

benauwd

 

zouden

 
vallen
 

samenzijn

 

malkander

 
beschuldiging
 

beschaamd

 

stilte

 

woorden


vreesde

 

voortdurige

 

werking

 

doorwoelt

 
bergen
 

moeten

 
gelaat
 

verdenkingen

 

leelijke

 
daartoe

onwetend

 

echter

 
besloten
 

simpellijk

 
bekentenisse
 

seffens

 
uitlegging
 
entwaar
 

buiten

 
schipperen