orm van een kort, koel briefje der barones. "_Het doet
mij leed_," schreef zij, "_dat het u in uw tegenwoordigen werkkring
minder goed bevalt en de inrichting der school, volgens uwe meening, te
wenschen overlaat. Het komt mij echter voor dat zulk een proeftijd u
geen kwaad kan doen, maar integendeel zeer heilzaam voor u kan wezen. Ik
zou u dus willen raden, den moed niet te gauw op te geven, maar te
blijven waar gij zijt en volharding te toonen. Gaarne zend ik u mijne
beste wenschen._"
En in een noot onder aan den brief stond nog in haastig schrift: "_Tieka
heeft mij, voor haar vertrek, verzocht u te groeten. Zij is reeds geheel
gewend op de school, waar het haar uitstekend bevalt. Zij had u nog eens
een briefje willen schrijven, maar de dagen voordat zij wegging, waren
zoo bezet dat ik het beter voor haar oordeelde, zich niet meer in te
spannen dan noodig was. Op haar school is het haar alleen geoorloofd
brieven naar huis te schrijven en vandaar te ontvangen._"
Dat was alles. Hedwig frommelde het papier ineen en stak het in haar
zak, toornig en gegriefd tevens. Toen hief zij het hoofd weer op. Zij
moest dus geheel alleen haar weg vinden, zonder hulp? Op die der barones
behoefde zij in geen enkel opzicht te rekenen? Tieka mocht haar zelfs
niet meer schrijven? Het was hard, maar zij zou zich niet terneer laten
slaan, ze _zou_ haar weg vinden....
En het hoofd buigend, voelde zij dat toch een hulp haar altijd bleef,
de hulp van Hem, zonder Wiens hulp de sterkste zwak is en op Zijn hulp
bleef zij vertrouwen, met Hem zou ze sterk wezen.
Zoo hield zij moed en volhardde, den raad der barones volgend op een
wijze, die deze, haars ondanks, zou getroffen hebben, indien zij er
getuige van had kunnen zijn. Gemakkelijk was het niet. Maar toen de
dagen tot weken werden en de weken tot maanden, toen de felste koude
voorbij was en het er zelfs in den armoedigen tuin van Hill House
lenteachtig ging uitzien, begon haar taak haar toch minder zwaar te
vallen, al had zij het, zooals allen op Hill House, overdruk.
Hare brieven naar huis bleven kort en haastig. Haar moeder was niet
gerust en vroeg haar telkens of het haar werkelijk goed ging en of zij
hare krachten niet overschatte; dan schreef zij terug dat alles op Hill
House niet even prettig was, maar dat zij het goed had met de kinderen
en hield van haar werk en ... dat zij stellig hoopte later nog weer eens
iets beters te vinden en meer geld naar huis te kunnen sturen.
Voorlo
|