streng verboden is en dat zij
straf verdiend heeft. Och Miss Rench, wees zoo goed dit meisje eens
gehoorzaamheid te leeren; de gewone straf als 't je blieft."
Miss Rench trad met zekere gretigheid naderbij, nam op hare beurt Mary
bij den arm, trok haar mee naar een der leege schoolbanken en dwong
haar, in een zeer ongemakkelijke, sterk gebogene houding, onder die bank
te gaan zitten. Toen liep zij naar een kast, haalde er een stapel oude
cahiers uit en gebood Mary deze tot kleine snippers te verscheuren.
Zonder een enkel woord van tegenwerping, deed Mary wat van haar verlangd
werd en met een hart vol bitterheid zag Hedwig toe hoe zij, steeds meer
kuchend in hare lastige houding, het eene schrift na het andere tot
snippers scheurde en deze op stapeltjes legde. Later hoorde zij van Miss
May dat het zulke snippers waren, door menige, menige leerling in
"straftijd" vermeerderd, die tot vulling der bedkussens dienen moesten.
Zij begreep dat het haar niets baten zou, al verzette zij zich nog zoo
sterk tegen deze wijze van strafgeven en hare machteloosheid drukte haar
als een ondragelijke last. Als bij ingeving voelde zij ook dat slechts
enkele onderwijzeressen, waaronder Miss May, haar verontwaardiging
deelden en wat konden zoo weinigen tegenover zoo velen?
Het mocht echter niet langer zoo blijven, besloot ze vast bij zichzelf;
er _moest_ verandering komen en zeer spoedig ook. Zij zou, zoodra ze
maar kon, een brief aan de barones von Zerclaere schrijven en haar om
raad en hulp vragen.
Zoodra ze maar kon ... de gelegenheid tot schrijven deed zich echter
niet eerder voor dan den tweeden daarop volgenden Zondag, toen haar
eindelijk als een gunst werd toegestaan, een uurtje voor zichzelf te
gebruiken. Evenals den vorigen Zondag, had zij 's ochtends een troepje
kinderen vergezeld naar de kerk. Heden hadden zij den dienst bijgewoond
in de prachtige kathedraal en met hare geheele ziel had zij geluisterd
naar een bemoedigende preek over: "_Weest in geen ding bezorgd_"[5] en
naar het schoone koorgezang, dat haar onuitsprekelijk verkwikt had.
In een werkelijk opgewekte stemming kon zij--voor 't eerst na haar komst
te Chester,--een brief naar huis schrijven. Tot hiertoe had zij slechts
een paar briefkaarten kunnen zenden en een lange brief werd het ook
thans niet, omdat haar tijd kostbaar was en zij volstrekt ook nog aan de
barones schrijven wilde; toch vertelde zij allerlei over Chester en over
de liefde der kinderen, die n
|