agd was een paar dagen
lang een stukje chocolade voor Taffy te bewaren, knikte zij tevreden.
Taffy zat niet bij Mary in de klasse en sliep ook in een geheel ander
gedeelte van het huis, zoodat het Mary tot nog toe niet gelukt was haar
een oogenblikje voor zich alleen te krijgen. Op den bewusten ochtend
echter toen zij, op weg naar een der schoolkamers, met Hedwig door de
gang liep, kwamen zij Taff tegen, een zwaren bak met kolen torsend, die
naar de kamer van Miss Wells moest worden gebracht. Nu zag Mary haar
kans schoon. Snel had zij de chocolade uit haar zak gehaald en tusschen
Taffy's lippen gestoken en Taffy, die zeker zelden of nooit zoo iets
geproefd had, slikte van pure verrukking het kostbare stukje ineens
door!
Toch ging dit alles niet zoo gauw of Miss Rench, de "spion", was er
achter gekomen. Hoe zij het te weten kwam en dat nog wel zoo spoedig,
terwijl zij, naar Hedwig stellig meende, niet in de gang was, bleef
altijd een raadsel, maar een feit is het dat Taffy nog maar juist met
hare kolen de kamer van de directrice binnen gegaan was, toen deze
reeds, gevolgd door Miss Rench, naar buiten kwam stuiven op Mary Wren
af, haar onzacht bij den arm greep en zoo meesleurde naar de
schoolkamer, waar deze stoornis algemeene ontsteltenis te weeg bracht.
"Ondeugend nest! Ik zal jou leeren te snoepen, ergerlijk te snoepen en
anderen te bederven door haar eten in den mond te stoppen. Wat heb jij
Taffy gegeven, zeg?"
Maar Mary Wren zag doodsbleek van schrik en kon niet antwoorden.
"Nu, voor den dag ermee als 't je blieft en dadelijk."
Nu bracht Mary Wren het er haperend uit.
"Wat?" gilde Miss Wells driftig en met de hand aan haar oor. "Ik versta
je niet." Toen tot Miss Rench, die met een hatelijken glimlach op haar
gezicht stond toe te luisteren: "Wat zegt ze?"
"Zij had chocolade in haar zak," riep Miss Rench schamper.
"Wat! Chocolade! Hoe komt ze daaraan? Er mag hier op school niet
gesnoept worden, dat weet zij heel goed. De kinderen krijgen meer dan
genoeg te eten...."
Hedwig's oogen schoten vonken; toch hield zij zich bedaard.
"_Ik_ heb Mary de chocolade gegeven," zei ze luid en op kalmen toon.
"Ik had die in mijn koffer en gekregen van een vroegere leerling...."
"O zoo," viel Miss Wells uit de hoogte in. "Heb dan de goedheid er
voortaan aan te denken dat het tegen de wetten van het huis is de
meisjes snoepgoed te voeren. En wat Mary Wren betreft, die weet
opperbest dat zij iets gedaan heeft, dat
|