chocolade, die geeft ze mij altijd,"
fluisterde zij. "Nu, die zal hier goed te pas komen!"
Zij deed den koffer op slot, rolde de chocolade in haar doek en sloop
er mee naar boven naar haar slaapkamer. Het was er donker, toch kon zij
op den tast af gemakkelijk de elf ledikantjes van hare leerlingen
vinden. Voorzichtig legde zij onder ieder kussen een stukje chocolade,
sloeg den doek om de schouders en keerde naar de schoolkamers terug.
HOOFDSTUK VII.
"Flinkie."
Toen zij zich later weer met hare leerlingen op de slaapkamer bevond,
liet zij allen zich eerst vlug ontkleeden en te bed gaan, voordat zij
iets zeide over de verrassing, die haar wachtte. Toen de kinderen klaar
waren, ging zij evenals den vorigen avond, de ijzeren ledikantjes langs
om het schamele dek wat steviger in te stoppen en eerst toen fluisterde
zij ieder meisje een paar woorden toe. Zij deed het zoo zacht dat geen
der anderen er iets van verstaan kon en allen waren te verbaasd om wat
terug te kunnen zeggen, maar de plotselinge kleur op de ingevallen
wangen en de blijde glinstering in de oogen, waren Hedwig welsprekend
genoeg. Later, toen alles donker was en zij zelf ook te bed lag, hoorde
zij telkens een zacht, zuigend geluid en met een glimlach om den mond
viel zij in slaap. Een paar dagen later echter zou zij inzien dat zelfs
het weggeven van een onschuldig stukje chocolade ernstige gevolgen na
zich kan sleepen.
Zij ontdekte namelijk op zekeren ochtend dat Mary Wren den moed had
gehad, iets van haar deel voor Taffy te bewaren en zij had er Mary te
liever om, wel wetend hoe moeielijk het haar gevallen moest zijn, niet
het geheele stukje zelf op te eten. Daarbij kwam dat Taff of Taffy min
of meer de verschoppeling was op school, bij de meeste onderwijzeressen
ten minste, omdat zij volstrekt niet gemakkelijk leerde en traag van
begrip was. Intusschen werd zij den geheelen dag door voor alle
mogelijke werkjes in huis en daar buiten gebruikt. "Taff, doe jij dat
eens even," "dat kan Taffy wel doen!" "Waar is Taffy toch?" "Taffy moet
dat opredderen." "Taffy, haal dit of dat eens gauw van boven," klonk het
herhaaldelijk, vooral uit den mond van Miss Rench en de arme Taffy, die
een zachtaardigen, gewilligen aard had en heel wel wist dat zij geen
geleerde was, meende voor haar onwetendheid niet beter te kunnen boeten
dan door met grooten ijver alles te verrichten, waartoe zij wel in staat
was!
Toen Hedwig dan bemerkte dat Mary Wren erin gesla
|