Was zij wel ooit in haar leven zoo
koud geweest?
Daar luidde alweer een bel en nu moesten allen zich haasten om langs de
donkere trappen naar beneden te gaan en in de groote, kille schoolkamer
bij de ochtendgebeden tegenwoordig te zijn, die door Miss May werden
gelezen; de directrice vertoonde zich eerst later op den dag. Voor de
zuinigheid brandde er nu slechts een gaspit, wat alweer Hedwig's innige
verontwaardiging opwekte. Daarbij kon ze van vermoeidheid en van honger
haast niet op hare beenen blijven staan.
Wat schandelijke toestanden waren dat hier toch! Zij nam zich voor zoo
gauw als ze maar kon aan de barones von Zerclaere te schrijven en haar
eens goed op de hoogte te brengen van alles wat zij hier zag en
ondervond; zij zou zoo iets toch zeker ook beneden alles vinden en haar
helpen willen om er verandering in te brengen.
O, wat leek het haar heerlijk toe, al was het maar een oogenblikje, bij
Tieka te wezen en in de aardige kinderkamer van het mooie, Edinburgsche
huis! Het scheen haar nu toe, terwijl zij hier in de kale, onbehagelijke
schoolkamer stond in die bedompte atmosfeer, haast in halfduister en te
midden van zooveel treurige kindergezichten, alsof het al veel langer
dan een dag was geleden dat zij van Tieka afscheid had genomen....
Men vertelde haar dat het ontbijt op half zeven was vastgesteld. En nu
was het pas vijf uur! Hoe hield men dat uit? Ze zou maar hard met de
anderen meewerken--wat trouwens ook zeer beslist van haar verwacht
werd--dan vergat zij haar honger wellicht! Er moesten nu schoenen
gepoetst worden, brandstoffen gehaald, trappen, portalen en kamers
worden aangeveegd, bedden opgemaakt, kannen met water gevuld en allerlei
andere werkzaamheden worden verricht, waarvan ieder, ook de allerjongste
leerling, haar deel moest vervullen.
Mary Wren bleef zooveel mogelijk in Hedwig's nabijheid; blijkbaar had
zij reeds nu genegenheid voor haar opgevat. Telkens hoorde Hedwig het
korte, droge kuchje en waar ze maar kon, hielp zij het zwakke kind en
gaf haar een vriendelijk woord.
Eindelijk klonk de ontbijtbel door het huis en nu konden de ijverige
werksters zich te goed doen aan bizonder slappe thee--"gootwater" hoorde
Hedwig fluisteren--zonder suiker en _zeer_ oudbakken brood, want het was
op Hill House een wet dat de bakker er slechts eens in de veertien dagen
versch brood mocht brengen. Op de sneden brood was, in plaats van
boter, een dun laagje moes van gestoofde appelen gesmeerd.
Ee
|