ei over het leven van Scott mee te deelen en
daarbij zijn boterham in de hand hield, was opeens een kip op zijn been
gevlogen en had hem de boterham pardoes uit de hand weggepikt. O, zij
moesten nog zoo lachen, als zij er aan dachten hoe vader toen gekeken
had!
Nu, Tieka en Hedwig lachten ook en toen de trein te Edinburg stilstond
en de kinderen afscheid moesten nemen, zei Tieka levendig:
"He, ik hoop hartelijk dat wij elkaar nog eens weerzien!"
HOOFDSTUK V.
Chester.
Twee volle jaren bleef Hedwig bij de familie von Zerclaere, zonder dat er
van eenige verandering sprake was. Zij was nu bijna achttien jaar. "Over
een paar jaar, als ik twintig word, dan zal de barones mijn salaris toch
wel verhoogen," dacht ze soms. Zij wist dat de ouders van Tieka tevreden
waren over hare vorderingen, maar zij wist ook zeer goed dat Tieka's
moeder haar bizonder weinig genegen was en er waren dagen dat zij
werkelijk leed onder de scherpe, hatelijke woorden der barones, waaraan
het maar al te zeer merkbaar was dat zij door jaloezie waren ingegeven.
Toch werkte zij vroolijk en moedig voort en bleef zij steeds hopen dat
de houding der barones nog wel eens veranderen zou. Zij was het vorige
jaar met Kerstmis thuis geweest en had van haar moeder ook den raad
gekregen, maar trouw haar best te blijven doen en zij hadden toen
beiden gelachen om Claerchen's verontwaardigden uitroep:
"Nu, _ik_ zou me dan zoo engelachtig niet houden!"
Hedwig moest weer aan die woorden denken, toen zij zich op een stillen,
helderen herfstdag gereed maakte voor haar ochtendwandeling met Tieka.
De barones was den vorigen dag de leerkamer ingekomen op een oogenblik
dat Tieka het juist weer heel druk had met haar "_my dear_" en zij had
toen zeer beslist gezegd dat het nu "voor goed uit moest zijn met die
dwaasheid." Tieka had erg verschrikt gekeken, toen ze haar moeders oogen
zoo toornig zag flikkeren en zij was dadelijk begonnen zich stipt aan
het verbod te houden, zooals haar gewoonte was. Hedwig had den volgenden
ochtend het hartelijke "_my dear_" gemist; zij zuchtte er nu eens even
over en glimlachte flauwtjes om haar "sentimentaliteit."
Wat bleef Tieka toch lang weg! De barones had haar zooeven bij zich
laten roepen. Het kind had toch niets gedaan, waarvoor zij een berisping
verdiende?
Neen, er was niets bizonders voorgevallen, bedacht Hedwig gerustgesteld
en hare oogen keken bewonderend den tuin in naar de hooge beuken,
waarvan het rijk
|