n. Of zij ook
goede en bekwame onderwijzeressen waren, daarop werd niet gelet; werk
was er immers op Hill House toch altijd voor ieder te vinden! Miss
Wells, die zelf weinig anders deed dan brieven en rekeningen
schrijven--vooral het laatste was haar een zeer geliefde bezigheid, die
zij nooit aan anderen overliet--had er zeer goed den slag van, al hare
onderhoorigen hard te laten arbeiden en zeer weinig rust te gunnen. Er
was in het groote, holle huis met zijne talrijke kamers en bewoonsters
veel te doen, al was het er alles behalve weelderig ingericht en Miss
Wells had waarheid gesproken, dienstmeisjes of knechten waren er in 't
geheel niet; alles moest door de overwerkte huishoudster, de
onderwijzeressen en de leerlingen worden verricht.
Twee onderwijzeressen waren er, die op Hedwig door de groote
tegenstelling in haar uiterlijk, een bizonderen indruk maakten. Beiden
bevonden zich in de tweede schoolkamer, die er al even doodsch en triest
uitzag als de eerste, met geen enkele versiering aan den muur dan een
groote landkaart en een stuk of vier andere kaarten, waarop met
reusachtige letters stond gedrukt dat er in de schooluren nooit
gebabbeld en gelachen mocht worden.
De eene onderwijzeres, Miss May geheeten, was met de jongste kinderen
bezig en had op 't eerste gezicht een tamelijk onbeduidend voorkomen.
Maar toen Hedwig haar aanzag, las zij in de blauwe oogen een uitdrukking
van stillen moed, die bizonder weldadig aandeed en te meer trof, omdat
het gezicht zelf er zeer afgemat uitzag.
Zij bleek meer belang te stellen in Hedwig's komst dan de anderen en
sprak haar even vriendelijk toe en Hedwig vond het een verkwikking naar
de welluidende stem te luisteren.
De andere onderwijzeres, Miss Rench, begroette haar slechts met een
koele hoofdbuiging; Hedwig voelde echter, meer nog dan zij het zag, dat
de kleine, doordringende oogen haar scherp onderzoekend opnamen. Er lag
iets vijandigs en sluws in dien snellen blik, dat haar een oogenblik
angstig maakte, haar haar zelfbeheersching benam en de oogen deed
neerslaan, maar even later glimlachte zij om haar vreemde
zenuwachtigheid. Het verbaasde haar echter niet, toen zij te weten kwam
dat Miss Rench in 't geheim "de spion" werd genoemd en dat er zeer, zeer
weinig op de school voorviel, dat haar aandacht ontsnapte en niet door
haar aan de directrice werd medegedeeld.
"Zou ik nu even naar mijn slaapkamer mogen gaan?" vroeg Hedwig eindelijk
aan Miss Ellis.
"Och, dat
|