moest tegen elf uur vertrekken en kon ongeveer half drie te Chester
wezen. Eigenlijk was zij maar blij, toen haar groote koffer--Anna
Schaub's geschenk--reeds naar 't station gebracht was en het voor haar
ook tijd werd om te gaan. De baron en de barones gaven haar de hand bij
het afscheid en zeiden een paar welwillende woorden; Tieka, die te
vergeefs verzocht had mee naar het station te mogen gaan, stond bij hen
en kon niets zeggen. Zij keek Hedwig strak aan met hare groote oogen en
knikte zwijgend, toen deze zeide: "Dag lieve Tieka, zul je mij niet
vergeten?"
Dat was alles. Toen was het voor goed uit. De deur viel achter haar
dicht en zij stond op straat.
Ze had voor het rijtuig bedankt en gezegd graag naar het station toe te
willen loopen, want zij had behoefte aan de frissche wandeling en zij
liep snel door, telkens even op hare lippen bijtend bij de gedachte dat
het nu voorbij was, voor goed voorbij het gelukkige leven met Tieka.
Maar ze hief het hoofd op en liep nog vlugger voort. "_Nooit_ flauw
zijn, God helpt!" fluisterde ze.
Bij het geliefde standbeeld van Scott bleef zij een oogenblik staan. Zij
deed haar best het gezicht duidelijk te onderscheiden door den nevel
heen en even wuifde ze met haar hand....
Ze werd kalmer gestemd, toen zij eenmaal op reis was en zij glimlachte
blij, toen de zon eindelijk door den mistsluier begon heen te dringen.
Toen de trein te Chester stilhield en het haar duidelijk werd dat er
niemand was om haar af te halen, besloot zij haar koffer maar aan 't
station achter te laten en naar de school toe te loopen. Zij zou den weg
wel vinden, meende ze, en zij was na het lange zitten in den trein
letterlijk verstijfd van koude en verlangde naar wat beweging.
Even ging zij de restauratie-zaal in om een kop warme koffie te drinken
en te vragen hoe zij loopen moest om Hill House--zoo heette de
school--te bereiken. "U kunt, in ieder geval, om theetijd wel bij ons
wezen," had Miss Wells, de directrice, geschreven; het was nu nog maar
even half drie en zij had dus nog een paar uren den tijd.
Een vriendelijk buffetmeisje hielp haar te recht en gaf haar zelfs een
kaartje van Chester ten geschenke. Toen zij vertelde dat zij op Hill
House moest wezen, kwam er een zeer eigenaardige uitdrukking op het
gezicht van het meisje, maar Hedwig merkte het niet op; zij was verdiept
in haar kaartje.
"Wilt u bepaald loopen?" zei het meisje nog. "U zoudt ook een heel eind
per tram kunnen gaan; het i
|