aar huis moesten, zou ik toch al verbazend veel plezier gehad hebben.
Maar we gaan nog lang niet naar huis. We zijn eigenlijk net begonnen,
he? Is 't niet lieve, kleine _my dear_?"
"Stil een beetje, wat meer eerbied als 't je blieft."
"Ik heb juist heel veel eerbied," zei Tieka ondeugend. "Maar ik geloof
toch wel dat _my dear_ nog heel jong is."
Hedwig zei niets terug.
"Is het niet zoo?"
"Dat blijft geheim, dat weet je wel."
"Maar ik mag toch zeker wel eens raden?" begon Tieka weer.
"Neen, neen, volstrekt niet."
Het trof gelukkig voor Hedwig dat zij juist op dit oogenblik den ingang
van Abbotsford naderden en er van rustig praten nauwelijks meer sprake
kon zijn. Want bij het hekje, waarbij de concierge toegangskaartjes
stond uit te deelen aan de verschillende bezoekers, was het stampvol.
"Hoe jammer, ik dacht dat wij er bijna alleen zouden zijn," fluisterde
Tieka, toen zij zich achter de Amerikaansche dames plaatsten, die al een
poosje geduldig hadden staan wachten. Als een troep schapen werden allen
nu door den oppasser naar de vertrekken gedreven, die het publiek van
Abbotsford te zien krijgt. Hedwig en Tieka bleven spoedig een weinig
achter en bekeken op haar gemak wat haar het meest aantrok, zeer onder
den indruk van het feit dat zij liepen door de kamers, waar de schrijver
van Ivanhoe "met het bruine haar en de lichtgrijze dichteroogen",
zooveel gedacht en gewerkt en genoten had.
Terwijl de groote menigte reeds door de tusschendeur de bibliotheek was
ingegaan, bleven zij samen nog een oogenblik staan in de studeerkamer,
bij den stoel van Scott en zagen eerbiedig op naar den schat van boeken,
waarmee de muren van onder tot boven waren bedekt. En in de fraaie
bibliotheek, die Tieka "een heerlijke leerkamer" noemde, genoten zij in
de nis van het groote venster staande, het bekoorlijke uitzicht op
Scott's geliefde rivier de Tweed en de zacht glooiende, groene heuvels.
[Illustration: De studeerkamer van Walter Scott op Abbotsford.]
In de _drawingroom_ vond Tieka, niettegenstaande de vele schatten daar
verzameld, het zeer eigenaardige behangsel, een voorstelling gevend van
in kleurige kleedij getooide Chineezen en Japanneezen, verreweg het
aantrekkelijkst; zij was er haast niet vandaan te krijgen! Haar stemming
veranderde echter, toen zij de eetzaal bezochten met de kunstig
uitgesneden zoldering van donker eikenhout en dachten aan het uur,
waarop Walter Scott hier den laatsten adem uitblies, na all
|