FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267  
268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   >>   >|  
stelt hij een drieledig te bewijzen: dat het vorderen van dat recht simonie is, dat het strijdt tegen het natuurlijk en goddelijk recht, en dat het ketterij is. [716]--Om zekere ongebondenheden te berispen, die een bepaalde processie ontsieren, haalt Dionysius de Kartuizer alles wat processies betreft, van oorsprong af op: hoe het toeging onder de oude wet enz., [717] zonder eigenlijk op de zaak zelf in te gaan. Dit is wat bijna elk middeleeuwsch betoog zoo vermoeiend en teleurstellend maakt: het wijst terstond naar den hemel en verdwaalt van den beginne af in schriftgevallen en moreele algemeenheden. Het volkomen doorgewerkt idealisme openbaart zich overal. Van elken levensvorm, elken maatschappelijken staat of beroep staat een godsdienstig-zedelijk ideaal omschreven, waarnaar iedereen zichzelf te reformeeren heeft al naar den eisch van zijn bijzonder beroep, om den Heer waardig te dienen. [718] Men heeft iets van den nieuwen tijd, iets wat de Hervorming aankondigt, willen zien in den nadruk, waarmee Dionysius de Kartuizer de heiligheid van het aardsch "beroep" op den voorgrond stelt. Hij heeft in zijn tractaten _De vita et regimine nobilium_ enz., die hij voor zijn vriend Brugman tenslotte samenvatte in twee boeken _De doctrina et regulis vitae christianorum_, aan elk beroep het ideaal van heiligende plichtsvervulling voorgehouden: den bisschop, prelaat, aartsdiaken, kanunnik, pastoor, scholier, den vorst, den edelman, den ridders, den kooplieden, den gehuwden, weduwen, maagden, kloosterlingen. [719] Maar juist in die strenge verbijzondering van elken staat als iets zelfstandigs ligt iets echt middeleeuwsch, en de uitwerking van die plichtenleer heeft dat abstracte en algemeene, dat nergens in de werkelijke sfeer van het behandelde beroep zelf binnen leidt. In die herleiding van alles tot het algemeene ligt de eigenschap, die onder den naam typisme door Lamprecht als de bij uitstek kenmerkende van den middeleeuwschen geest is gesteld. Zij is echter veeleer een gevolg van die onderschikkende behoefte van den geest, welke voortspruit uit het ingewortelde Idealisme. Het is-niet zoozeer een onvermogen, om het bijzondere aan de dingen te zien, als de bewuste wil, om overal den zin der dingen aan te duiden in hun betrekking tot het hoogste, hun zedelijke idealiteit, hun algemeene beteekenis. Men zoekt in alles juist het onpersoonlijke, de gelding als model, als standaardgeval. Het gebrek aan individueele opvatting is to
PREV.   NEXT  
|<   243   244   245   246   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257   258   259   260   261   262   263   264   265   266   267  
268   269   270   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281   282   283   284   285   286   287   288   289   290   291   292   >>   >|  



Top keywords:

beroep

 

algemeene

 
middeleeuwsch
 

overal

 

ideaal

 
dingen
 

Kartuizer

 

Dionysius

 

plichtenleer

 

uitwerking


individueele

 

abstracte

 
maagden
 

kloosterlingen

 
gebrek
 
verbijzondering
 
zelfstandigs
 

onpersoonlijke

 

gelding

 

weduwen


standaardgeval

 

strenge

 
kooplieden
 

voorgehouden

 

bisschop

 

prelaat

 
plichtsvervulling
 

heiligende

 

regulis

 

christianorum


aartsdiaken

 

ridders

 

beteekenis

 

opvatting

 

edelman

 

kanunnik

 

pastoor

 
scholier
 

gehuwden

 

werkelijke


echter

 

veeleer

 
gevolg
 
gesteld
 

kenmerkende

 

doctrina

 

middeleeuwschen

 
bewuste
 

onderschikkende

 

Idealisme