FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309  
310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   >>   >|  
r van versleten allegorie en ondragelijke weelde. En nu? Nu straalt voor ons over dien tijd de hooge, waardige ernst en de diepe vrede van Van Eyck en Memlinc; die wereld van vijf eeuwen her schijnt ons vervuld met een helderen glans van eenvoudige blijheid, een schat van innigheid. Ons beeld ervan is van woest en donker vredig en sereen geworden. Want wat wij naast de beeldende kunst nog weten van andere levensuitingen dier tijden, het is alles uitdrukking van schoonheid en stille wijsheid: de muziek van Dufay en zijn gezellen, het woord van Ruusbroec en Thomas a Kempis. Zelfs waar de wreedheid en ellende der tijden nog luide doorklinkt: in de geschiedenis van Jeanne d'Arc en de poezie van Villon, gaat er toch enkel verheffing en verteedering van die figuren uit. Waarop berust dat diepgaande verschil tusschen het tijdsbeeld uit de kunst en het tijdsbeeld uit de geschiedenis en de litteratuur? Is aan dien tijd in het bijzonder een groote onevenredigheid eigen tusschen de verschillende gebieden en vormen van levensuiting? Was de levenssfeer, waaruit de zuivere en innige kunst der schilders sproot, een andere en betere dan die der vorsten, edelen en litteraten? Hooren zij bij geval met Ruusbroec, de Windesheimers en het volkslied in een vredigen limbus aan den rand van die bonte hel?--Of is het een algemeen verschijnsel, dat de beeldende kunst een helderder beeld van een tijd nalaat dan het woord der dichters en geschiedschrijvers? Op de laatste vraag kan het antwoord onmiddellijk bevestigend luiden. Inderdaad, van alle vroegere beschavingen is ons beeld serener geworden dan voorheen, sedert wij ons meer en meer van het lezen naar het kijken gewend hebben, en het historische zintuig steeds meer visueel is geworden. Want de beeldende kunst, waaruit wij bovenal de aanschouwing van het verleden putten, weeklaagt niet. Uit haar vervluchtigt zich terstond de bittere smaak van de smart der tijden, die haar hebben voortgebracht. Maar de klacht over al het leed der wereld, in het woord geuit, behoudt altijd haar toon van onmiddellijke smartelijkheid en onbevredigdheid, doordringt ons altijd weer van droefheid en medelijden, terwijl het leed, zooals de beeldende kunst het uitdrukt, terstond overgaat in de sfeer van het elegische en den stillen vrede. Meent men derhalve uit de aanschouwing der kunst het volledige beeld van een tijd in zijn werkelijkheid te putten, dan blijft een algemeene fout in het historisch gezicht onge
PREV.   NEXT  
|<   285   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296   297   298   299   300   301   302   303   304   305   306   307   308   309  
310   311   312   313   314   315   316   317   318   319   320   321   322   323   324   325   326   327   328   329   330   331   332   333   334   >>   >|  



Top keywords:

beeldende

 

geworden

 
tijden
 

andere

 

terstond

 
hebben
 

altijd

 

tusschen

 

tijdsbeeld

 

wereld


Ruusbroec

 

aanschouwing

 
waaruit
 

geschiedenis

 
putten
 
beschavingen
 
sedert
 

voorheen

 

serener

 

gewend


kijken

 

vroegere

 
limbus
 

vredigen

 

volkslied

 

Windesheimers

 
algemeen
 

verschijnsel

 

antwoord

 

onmiddellijk


bevestigend

 

luiden

 

laatste

 

helderder

 

nalaat

 

dichters

 

geschiedschrijvers

 
Inderdaad
 

overgaat

 

elegische


stillen

 

uitdrukt

 
zooals
 
droefheid
 

medelijden

 

terwijl

 

historisch

 
gezicht
 

algemeene

 

blijft