r was
dit gebleken, en werd het lichaam op verzoek van zijn broeder eervol
begraven. Voor de baar gingen vier stadsomroepers met hun ratels, het
wapen van den doode op hun borst; rondom de baar vier kaarsen en acht
fakkeldragers in rouwgewaad en met hetzelfde wapen. Zoo ging het door
Parijs van de Porte Saint Denis tot de Porte Saint Antoine, vanwaar het
vervoer naar 's mans geboorteplaats Provins begon. Een der omroepers nu
roept voortdurend: "Bonnes gens, dictes voz patenostres pour l'ame de
feu Laurent Guernier, en son vivant demourant a Provins, _qu'on a
nouvellement trouve mort soubz ung chesne_." [794]
De sterke levenskracht van het bloedwraakprincipe, dat juist in zoo
bloeiende en hoogbeschaafde streken als Noord-Frankrijk en de Zuidelijke
Nederlanden zoo welig tierde, [795] is een andere kant van dezelfde
geestesgesteldheid. Ook die wraaklust heeft iets formeels. Men overlegt
somtijds zorgvuldig, iemand niet te dooden, en steekt hem daarom
welberaamd in dijen, armen en aangezicht; het slachtoffer moet vooral
niet zonder biecht sterven: du Clercq vertelt een geval van lieden, die
hun schoonzuster gaan vermoorden en opzettelijk een priester meebrengen.
[796]
Het formeele karakter van zoen en wraak brengt weer mee de bevrediging
van het ongelijk door symbolische straffen of boetedoeningen. In al de
groote politieke verzoeningen der vijftiende eeuw komt een groot gewicht
toe aan dat symbolisch element: het afbreken van de huizen, die aan het
misdrijf herinnerden, het stichten van gedenkkruisen, het toemetselen
van poorten, om van openbare boetceremonien en het stichten van
zielmissen en kapellen niet te spreken. Zoo bij den eisch der Orleansen
tegen Jan zonder Vrees, zoo bij den vrede van Atrecht in 1435, bij den
zoen van het oproerige Brugge in 1437, en den zwaarderen zoen van het
opstandige Gent in 1453, waar de lange stoet, geheel in 't zwart, zonder
gordels, blootshoofds en barrevoets, de hoofdschuldigen in het hemd
vooraan, optrekt in den stortregen, om allen te zamen voor den hertog
pardon te roepen. [797]--Bij de verzoening met zijn broeder in 1469
vraagt Lodewijk XI allereerst den ring, waarmee de bisschop van Lisieux
den prins als hertog aan Normandie heeft gehuwd, en laat dien te Rouen
in 't bijzijn van notabelen op een aambeeld breken. [798]
Het algemeene formalisme ligt ook ten grondslag aan het geloof in de
werking van het gesproken woord, dat zich in de primitieve cultuur in
zijn volheid openbaar
|