hting, "le mestier de la cire", onder zijn departement?
Het antwoord luidt: omdat de was door de bijen uit de bloemen wordt
getrokken, waarvan ook de vruchten komen: "pourquoy on a ordonne tres
bien ceste chose". [765] De sterke middeleeuwsche neiging, om voor
iedere functie een orgaan te scheppen, is niet anders dan een
uitvloeisel van de denkwijze, die aan elke qualiteit zelfstandigheid
toekende, haar als idee zag. De koning van Engeland had onder zijn
"magna sergenteria" een ambt, om 's konings hoofd vast te houden, als
hij het Kanaal overstak, en zeeziek werd; het werd in 1442 bekleed door
zekeren John Baker, van wien het erfde op zijn beide dochters. [766]
Onder hetzelfde licht valt te beschouwen de gewoonte, om alle dingen,
ook de levenlooze, namen te geven. Het is, hoe verbleekt ook, een trek
van primitief anthropomorphisme, wanneer ook thans nog in het
krijgsleven, dat in vele opzichten den terugkeer tot een primitieve
levenshouding beduidt, kanonnen namen krijgen. In de Middeleeuwen is die
trek veel sterker: gelijk de zwaarden in den ridderroman hebben de
bombarden in de oorlogen der 14e en 15e eeuw hun namen: "le Chien
d'Orleans, la Gringade, la Bourgeoise, de Dulle Griete". Als een
survival dragen thans nog de beroemde diamanten hun naam, zooals de
juweelen van Karel den Stoute alle benaamd zijn: "le sancy, les trois
freres, la hote, la balle de Flandres". Wanneer in onzen tijd de schepen
hun naam behouden hebben, maar de huizen en de klokken niet, dan is het
eensdeels, omdat het schip van plaats verandert en te allen tijde moet
kunnen worden geidentificeerd, maar toch ook wel omdat het schip iets
persoonlijkers heeft behouden dan het huis, wat ook in het "she" van het
Engelsche spraakgebruik is uitgedrukt. Die persoonlijke opvatting der
levenlooze dingen moet men zich in de Middeleeuwen als veel sterker
voorstellen: in de Middeleeuwen kreeg elk ding zijn naam: de cachotten
der kerkers zoo goed als elk huis en elke klok.
Aan alle dingen wordt gezocht naar de "moraliteit", zooals de
middeleeuwer zeide, als het meest wezenlijke ervan. Elk historisch of
litterair geval heeft de neiging, om te kristalliseeren tot een parabel,
een moreel voorbeeld, een bewijsnummer; elke uitspraak tot een
sententie, een tekst, een spreuk. Evenals de heilige symbolische
verbanden tusschen het Nieuwe en het Oude Testament ontstaan er moreele
verbanden, waardoor aan elk levensgeval terstond de spiegel kan worden
voorgehouden van e
|