ne devoten in plaats van de eenzame en zeldzame ekstase. De
nuchtere mystiek, als men niet valt over een woord.
In de Fraterhuizen en de kloosters der Windesheimer congregatie is over
het stille dagelijksch werk de glans gegoten van de voortdurend
bewustgehouden religieuze innigheid. Het hevig lyrische en het
teugelloos opstreven is prijsgegeven, en daarmee ook het gevaar van
geloofsafwijking geweken; de broeders en zusters zijn volkomen
rechtgeloovig en conservatief. Het was mystiek en detail: men had maar
"een inslag gekregen", "een vonkske ontvangen", en beleefde in den
engen, stillen, nederigen kring de vervoering in vertrouwelijken
geestelijken omgang, in briefwisseling en zelfbeschouwing. Het gevoels-
en gemoedsleven werd als een kasplant gekweekt; er heerschte veel klein
puritanisme, geestelijke dressuur, verstikking van den lach en de
gezonde aandriften, veel pietistische onnoozelheid.
Doch uit dien kring is de _Imitatio_ voortgekomen. Hier is de man, die
geen theoloog was en geen humanist, geen wijsgeer en geen dichter, en
eigenlijk ook geen mysticus, en die het boek schreef, dat eeuwen
vertroosten zou. Thomas a Kempis, de stille, eenzelvige, vol teerheid
voor het miswonder en met de smalste opvattingen van het godsbestuur,
kende niets van de felle verontwaardiging over kerkbestuur of
wereldleven, zooals het de preekers bezielde, niets van het alzijdig
streven van Gerson, Dionysius of Nicolaas van Cusa, niets van de
breughelsche fantazie van Johannes Brugman of het bonte symbolisme van
Alain de la Roche. Hij zocht maar de rust in alle dingen, en vond haar
"in angello cum libello". "O quam salubre quam iucundum et suave est
sedere in solitudine et tacere et loqui cum Deo!" [762] En zijn boek van
eenvoudige levenswijsheid en stervenswijsheid voor het begeven gemoed
werd een boek van alle tijden. Hier was alle neoplatonistische mystiek
weer opgegeven, en enkel de stemming van den geliefden schrijver Bernard
van Clairvaux de grondslag. Er is geen philosophische ontwikkeling van
gedachten; er staan slechts een aantal hoogst eenvoudige gedachten in
spreukvorm om een centraal punt gegroepeerd; elke loopt in een kort
zinnetje af; er is geen subordinatie en nauwelijks correlatie van
gedachten. Er is niets van de lyrische siddering van Heinrich Suso of
van de strakke fonkeling van Ruusbroec. Met haar geklingel van
evenwijdig voortloopende zinnen en matte assonanties zou de _Imitatio_
dubbel proza zijn, wanneer niet ju
|