t gevoeld, als het gedachtenthema maar even is aangegeven. Het bonte
kleed is volkomen adequaat aan de voorstelling van geestelijke
volmaaktheid; er is hier een oplossing van de gedachte in het beeld,
zooals ons een oplossing der gedachte in muziek gemeenzaam is.
Men denke hier opnieuw aan de allegorische figuren uit den _Roman de la
rose._ Wij kunnen ons niet dan met inspanning iets denken bij Bel
Accueil, Doulce Mercy, Humble Requeste. Maar zij hebben voor de
tijdgenooten een met levenden vorm bekleede en met passie gekleurde
wezenlijkheid gehad, die hen volkomen op een lijn stelt met de
Romeinsche speciale godenfiguren. Wat Usener van deze zegt, is bijna
geheel toe te passen op de middeleeuwsche allegorische personnages. "Die
Vorstellung trat mit sinnlicher Kraft vor die Seele und uebte eine solche
Macht aus, dass das Wort, das sie sich schuf, trotz der adjectivischen
Beweglichkeit, die ihm verblieb, dennoch ein goettliches Einzelwesen
bezeichnen konnte". [710] Anders zou immers de _Roman de la rose_
onleesbaar zijn geweest. Doux Penser, Honte, Souvenirs en de rest hebben
in de geesten der latere Middeleeuwen een quasi-goddelijk leven gehad.
Een recrudescentie van die voorstelling beleefde een der Rose-figuren,
namelijk Danger, wat in de amoureuze taal den te bedriegen echtgenoot
ging beteekenen.
Herhaaldelijk ziet men, om een gedachte uit te drukken, waar het
bijzonder op aankomt, naar de allegorie grijpen. Wanneer de bisschop van
Chalons aan Philips den Goede een zeer ernstige waarschuwing omtrent
zijn politiek beleid wil geven, giet hij de remonstrance, die hij in het
kasteel van Hesdin op Sint Andriesdag 1437 voor den hertog, de hertogin
en hun gevolg ten beste geeft, in den vorm van een allegorie. Hij vindt
Haultesse de Signourie troosteloos zitten, die eerst in het Keizerrijk,
daarna aan het Fransche, tenslotte aan het Bourgondische hof heeft
gewoond, en nu klaagt, ook daar te worden belaagd door Zorgeloosheid des
vorsten, Slapheid van raad, Nijd van dienaren, Afpersing van onderdanen.
Hij stelt er andere personnages tegenover, als Waakzaamheid des vorsten
enz., die het ontrouwe hofgezin moeten verdrijven. [711] Elke hoedanigheid
is hier verzelfstandigd en als persoon verbeeld.
De Burger van Parijs is een nuchter man, die zich zelden verlustigt in
stijlversiering of gedachtenspel. Maar wanneer hij genaderd is tot het
vreeselijkste, dat hij te beschrijven heeft: de Bourguignonsche moorden,
die het Parijs va
|