en in
een raadsel zag, en toch had men getracht, de beelden in den spiegel te
onderscheiden, en beelden met beelden verklaard, en spiegel tegenover
spiegel gezet. De gansche wereld lag verbeeld in zelfstandige figuren:
het is een getijde van overrijpheid en uitbloeiing. De gedachte was al
te afhankelijk geworden van de verbeelding; de visueele aanleg, den
laatsten Middeleeuwen zoo bovenmate eigen, was oppermachtig geworden.
Alle denkbaarheden waren plastisch en picturaal geworden. De
wereldvoorstelling had de rust bereikt van een kathedraal in het
maanlicht, waarin de gedachte kon gaan slapen.
NOTEN:
[691] Seuse, Leben, kap. 4, 45, Deutsche Schriften, p. 15, 154; Acta
Sanctorum Jan., t. II p. 656.
[692] Hefele, l.c., p. 167; vgl. p. 259 "Over den naam van Jezus", B.'s
verdediging van het gebruik.
[693] Eug. Demole, Le soleil comme cimier des armes de Geneve, vermeld
Revue historique CXXIII p. 450.
[694] Rod. Hospinianus, De templis etc. ed. IIa, Tiguri, 1603, p. 213.
[695] James, Varieties of religieus experience, p. 474, 475.
[696] Irenaeus, Adversus haereses libri V, 1. IV c. 21(3).
[697] Over de noodwendigheid van zulk realisme James, l.c., p. 56.
[698] Goethe, Sprueche in Prosa.
[699] St. Bernard, Libellus ad quendam sacerdotem, bij Dion. Cart. De
vita et regimine curatorum, t. XXXVII p. 222.
[700] Bonaventura, De reductione artium ad theologiam, Opera, ed. Paris,
1871, t. VII, p. 502.
[701] P. Rousselot, Pour l'histoire du probleme de l'amour (Baeumker &
Von Hertling, Beitr. zur Gesch. der Philosophie im Mittelalter, VI 6)
Muenster, 1908.
[702] Sicard, Mitrale sive de officiis ecclesiasticis summa, Migne,
t. CCXIII c. 232.
[703] Gerson, Compendium Theologiae, Opera, I p. 234, 303s, 325,
Meditatio super septimo psalmo poenitentiali, IV p. 26.
[704] Alanus redivivus, passim.
[705] Op blz. 12 (zie Hoofdstuk I, tekst voor noot 17) wordt fortitudo
met abstinentia gelijkgesteld, maar op p. 201 (zie Hoofdstuk IV tekst
voor noot 386) is het temperantia, die in de reeks ontbreekt; dit zal de
bedoeling zijn. Er zijn ook nog andere verschillen.
[706] Froissart, Poesies, ed. Scheler. I p. 53.
[707] Chastellain, Traite par forme d'allegorie mystique sur l'entree du
roy Loys en nouveau regne, Oeuvres, VII p. 1; Molinet, II p. 71, III
p. 112.
[708] Vgl. Coquillart, Les droits nouveaux, ed. d'Hericault, I p. 72.
[709] Opera, I p. xliv sq.
[710] H. Usener, Goetternamen, Versuch
|