vertrek hing, want heel spoedig hoorde zij in hare nabijheid
de stem der barones tot den knecht zeggen:
"Zorg dat ik niet gestoord word."
Toen zij naderde, ontstelde Hedwig van de koude, hooghartige uitdrukking
van haar gelaat. Wat zou er gebeurd zijn? Had zij iets misdaan? Zij
herinnerde zich niet in eenig opzicht tegen de wenschen der barones
gehandeld te hebben....
"Ik moet eens ernstig met u spreken, Fraeulein," klonk het zeer uit de
hoogte. "Allereerst moet ik er u nog eens met nadruk op wijzen, dat het
uw plicht is ervoor te zorgen, dat Tieka zich niet te veel aan u gaat
hechten. Zij ... kortom, zij behoort haar genegenheid te geven aan
menschen uit haar eigen stand, niet aan onderhoorigen. Natuurlijk is het
mijn wensch dat gij in aangename verhouding tot elkaar staat, maar de
afstand moet bewaard blijven."
Hedwig boog het hoofd. Zij zeide niet dat Tieka allerminst een kind was,
dat van "afstand bewaren" hield, maar zij dacht het wel en haar hart
werd warm.
"Dan heb ik u nog iets te zeggen. Het zou mij zeer aangenaam wezen u wat
stemmiger, wat minder jeugdig en ook wat eleganter gekleed te zien. Voor
zoover ik weet, heb ik u nog nooit zwart zien dragen. Mag ik vragen hoe
dat komt?"
Hedwig antwoordde dat zij geen enkele zwarte japon bezat.
"Dan zult u er u een dienen aan te schaffen; uw toilet is te weinig,
zooals ik dat van de gouvernante mijner dochter mag verwachten. Heel
stemmig moet het wezen en toch smaakvol. Ik zal u een adres opgeven van
een winkel hier in Edinburg, dan kunt u daar van middag een japon
koopen, terwijl ik met Tieka uit rijden ben."
"Ik...." Hedwig dacht aan het geld, dat zij den volgenden dag aan haar
moeder had willen sturen en er kwam haar een brok voor de keel.
"Hadt u nog iets te vragen?"
"Ik dacht ... zoo'n zwarte japon ... is die niet erg duur?" bracht zij
er hakkelend uit.
"Men zal u gaarne verschillende soorten van stof laten zien," zei de
barones koel. "Maar ik herhaal dat ik bizonder gesteld ben op zwart. Het
hindert me dat men u over 't algemeen een te jonge gouvernante voor
Tieka vindt. Als u wat minder jeugdig gekleed gingt en minder levendig
waart, zou dat natuurlijk niet het geval zijn, want ... hoe oud bent u
eigenlijk?"
"Vijftien jaar ... bijna zestien," zei Hedwig, zoo zacht dat de barones
haar onmogelijk verstaan kon.
"_Hoe_ oud?" vroeg zij scherp.
Met de kalmte der wanhoop herhaalde Hedwig nu luid:
"Vijftien jaar."
"Wat?" De oogen de
|