FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102  
103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   >>   >|  
erkt dat de mannen, die altijd aan denzelfden kant werken, ten laatste scheef worden. Hij zei ook, dat men hem in geval van storm of gevecht eensklaps aan den anderen kant kon noodig hebben, en dan zou hij niet van zessen klaar zijn. --Zoo, zoo; dat is iets nieuws. Wat hebt gij meer van hem opgemerkt? --Hij is veel zindelijker dan de anderen. --Daarin is hij dan een Romein, zeide Arrius welvoldaan. --Weet gij niets van zijne geschiedenis? --Niets hoegenaamd. De tribuun dacht een oogenblik na en zeide toen: Mocht ik op het dek zijn als zijn tijd om is, zend hem dan bij mij; maar alleen. Ongeveer twee uren later stond Arrius onder het windhuisje. De stuurman zat aan 't roer, enkele matrozen lagen in de schaduw van het zeil te slapen, op een van de stangen zat een wachter. Opziende zag de tribuun N deg.. 60 naderen. --De hortator noemde u den edelen Quintus Arrius, en zeide, dat ik volgens uw bevel hier moest komen. Hier ben ik. Arrius zag met bewondering naar het slanke gespierde lichaam en dacht aan de arena. Het optreden van den jongeling trof hem. Zijn toon en manier van spreken bewezen, dat hij zijn jeugd onder beschaafde lieden doorgebracht had. Zijne oogen stonden helder en klaar, en de uitdrukking was meer nieuwsgierig dan uitdagend. Den onderzoekenden trotschen blik van den tribuun doorstond hij kalm, toonde geen spoor van haat of wraakgevoel, alleen diep gewortelde droefheid. Dientengevolge liet de tribuun zijn hoogen toon varen en sprak den slaaf vriendelijk toe: De hortator heeft mij gezegd dat gij de beste roeier zijt. --Dat is heel vriendelijk van hem. --Zijt gij reeds lang in dienst? --Bijna drie jaar. --Aan de riemen? --Ja, ik heb geen dag rust gehad. --Het werk is zwaar. Menig volwassen man houdt het geen jaar uit en gij--gij zijt nog zoo jong. --De edelen tribuun vergeet, dat de geest ook een woordje meespreekt. Door zijn toedoen leeren de zwakken soms verdragen wat de sterken doet bezwijken. --Naar uwe spraak te oordeelen zijt gij een Jood. --Mijne voorvaderen waren Hebreen lang voordat de eerste Romein bestond. --Gij zijt een echte Jood, even trotsch als al de anderen, zeide Arrius, den verhoogden blos op het gelaat van den jongeling ziende. --Trots doet zich nooit zoo sterk gelden, dan wanneer hij geketend ligt. --Welke reden hebt gij dan om trotsch te zijn? --Dat ik een Jood ben. Arrius glimlachte. Ik ben nooit in Jeruzalem geweest, zeide hij, maar i
PREV.   NEXT  
|<   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102  
103   104   105   106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   >>   >|  



Top keywords:

Arrius

 

tribuun

 

anderen

 

hortator

 

vriendelijk

 

edelen

 
Romein
 

trotsch

 

jongeling

 

alleen


dienst
 

riemen

 

onderzoekenden

 

gewortelde

 

droefheid

 

Dientengevolge

 

wraakgevoel

 

doorstond

 
toonde
 

hoogen


roeier

 
gezegd
 

trotschen

 

verhoogden

 

gelaat

 
ziende
 

eerste

 
voordat
 

bestond

 

glimlachte


Jeruzalem

 

geweest

 

gelden

 

wanneer

 

geketend

 

Hebreen

 

woordje

 
meespreekt
 

toedoen

 

vergeet


volwassen
 
leeren
 

zwakken

 
spraak
 
oordeelen
 
voorvaderen
 

bezwijken

 

uitdagend

 

verdragen

 

sterken