op den mast, weet ik dat het een Romeinsche
galei is. De zege is mijn. De Fortuin heeft mij niet verlaten. Wij zijn
gered. Wuif met de hand, roep hen, gauw! Ik word duumvir, en gij! Ik heb
uw vader gekend en had hem lief. Hij was een vorst in den vollen zin des
woords. Hij heeft mij geleerd, dat een Jood geen barbaar is. Ik zal u
met mij nemen. Ik zal u als mijn zoon aannemen. Dank uwen God en roep de
matrozen. Gauw! De vervolging moet voortgezet worden. Geen van de
roovers mag ontsnappen.
Juda richtte zich op, wuifde met de hand en riep zoo hard hij kon de
matrozen aan. Eindelijk gelukte het hem hunne aandacht te trekken. Zij
roeiden op hem toe en namen de beide schipbreukelingen op.
Arrius werd met alle mogelijke eerbewijzen op de galei ontvangen. Hij
liet zich den afloop van het gevecht tot in de kleinste bijzonderheden
verhalen. Nadat men alle nog levende drenkelingen gered en den buit
geborgen had, liet hij opnieuw de commandantsvlag ontplooien en spoedde
zich noordwaarts, om zich bij de vloot te voegen en de overwinning
volkomen te maken. Volgens zijne berekening kwamen de vijftig schepen
het kanaal van de noordzijde juist bijtijds inzeilen, en sneden de
vluchtelingen den pas af, zoodat geen enkele ontkwam. Twintig
vijandelijke galeien werden als buit medegevoerd, hetgeen den roem des
overwinnaars niet weinig verhoogde.
Bij zijne terugkomst te Misenum werd Arrius met de grootste geestdrift
ontvangen. De hem vergezellende jonkman maakte weldra de nieuwsgierigheid
van Arrius' vrienden gaande. Op hunne vragen wie hij was, vertelde de
tribuun in warme bewoordingen hoe hij aan dien jongeling zijn leven te
danken had, maar vermeed zorgvuldig zijn vroegere geschiedenis aan te
roeren. Toen hij zijn verhaal geeindigd had riep hij Ben-Hur tot zich,
vatte hem bij de hand en zeide: Lieve vrienden, dit is mijn zoon en
erfgenaam, en daar hij eenmaal al het mijne zijn eigendom zal noemen,
zal hij van nu af mijn naam dragen. Ik verzoek u allen hem in uwe
vriendschap te doen deelen.
Zoodra het den tribuun mogelijk was had de aanneming tot zoon geheel
volgens de wet plaats. Zoo betoonde de Romein zijne dankbaarheid aan
Ben-Hur en verschafte hem den toegang tot de hoogere Romeinsche kringen.
Een maand na Arrius' terugkomst werd zijne overwinning op de zeeroovers
glansrijk gevierd in het theater van Scaurus. De eene zijde van het
gebouw was versierd met militaire tropeeen, waaronder de voorstevens der
twintig vijandelijke gal
|