FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143  
144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   >>   >|  
iejarig knaapje zat, den jongen Bacchus voorstellende, die het sap van rijpe druiven uitdrukt in een beker. Daar ging hem een paard voorbij, rijk opgetuigd, evenals zijn berijder. Hij glimlachte over de zelfbewuste fierheid van ruiter en ros beiden. Weldra hadden de hem voorbijsnellende wagens en paarden, zonder dat hij het zelf wist, zijn belangstelling ten volle gewekt. Na een poosje begon hij ook te letten op de menschen rondom hem. Hij zag dat zij van allerlei leeftijd en stand waren, en allen in feestgewaad. Hier was het gezelschap in 't wit, daar een in 't zwart; sommige hielden vlaggen in de hand, andere zwaaiden wierookvaten, sommige gingen langzaam voort onder het zingen van hymnen, andere liepen op de maat van fluiten en kleine trommen. Als dat iederen dag zoo naar Daphne stroomde, moest er toch iets buitengewoons te zien zijn! Eindelijk ging een luid gejubel op, men klapte in de handen ... de wandelaars hadden het doel van hunnen tocht bereikt. De sierlijken poort, die toegang verleende tot het gewijde Park, verrees voor zijn oog. Het gezang werd sterker, de muziek speelde lustiger. Gedragen door den stroom, en deelende in de algemeene geestdrift, trad hij naar binnen. Een blik, en, in weerwil van zijn verfijnden Romeinsche smaak, was Ben-Hur opgetogen over hetgeen hij zag. Toen hij de poort, die een Griekschen tempel moest voorstellen, doorgegaan was, stond hij op een breede marmeren esplanade. Het wemelde er van menschen in feestklederen, waarvan de bonte kleuren aardig afstaken tegen de zilveren stralen der springfonteinen. Voor hem, links, voerden net onderhouden wandelpaden naar een tuin, die ongemerkt overging in een bosch, waarboven een doorzichtige blauwe nevel hing. Ben-Hur staarde droomerig voor zich uit, onzeker waarheen te gaan. Op dat oogenblik riep een vrouw in zijn nabijheid: Mooi! Maar waar nu naar toe? Haar metgezel, getooid met een lauwerkrans, lachte en antwoordde: Waarheen, lieve domoor? Die vraag komt voort uit aardsche vrees, en waren wij niet overeengekomen om al die dingen in de stad achter te laten? De winden, die hier waaien, zijn de ademhalingen der goden. Wij willen ons door hen laten leiden. --Maar als wij eens verdwaalden? --Bang zieltje! Niemand is ooit in Daphne van den rechten weg afgedwaald, behalve zij, achter wie de poorten voorgoed gesloten werden. --Wie bedoelt gij? vraagde zij, nog niet geheel gerustgesteld. --Hen, die bezweken zijn voor de bekoringen de
PREV.   NEXT  
|<   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138   139   140   141   142   143  
144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   >>   >|  



Top keywords:

hadden

 

menschen

 

achter

 

sommige

 

andere

 

Daphne

 

oogenblik

 

doorzichtige

 

nabijheid

 

blauwe


onzeker

 

droomerig

 

staarde

 
waarheen
 

waarvan

 

feestklederen

 
kleuren
 
afstaken
 

aardig

 

wemelde


esplanade

 

tempel

 
doorgegaan
 

breede

 

Griekschen

 

marmeren

 

zilveren

 

wandelpaden

 

onderhouden

 

voorstellen


ongemerkt

 

overging

 

voerden

 

stralen

 

springfonteinen

 

waarboven

 

rechten

 

behalve

 

afgedwaald

 

Niemand


zieltje

 

leiden

 

verdwaalden

 
poorten
 

geheel

 

gerustgesteld

 

bekoringen

 

bezweken

 
vraagde
 
gesloten